Een dergelijke regeling te Deinum voor het herstel van de „Kool" op den toren; het Rijk een flinke bijdrage, Heemschut een klein postje ter aanmoediging aan andere organisatiën en aan de ingezetenen en ieder wat, dan komt ook dit in orde. Te Woerden woei een storm over 't plantsoen, wierp fraaie boomen om en bracht de gemoederen in opstand tegen 't besluit om alles te rooien. Resultaat is een advies van 't Staatsboschbedrijf dat de boomen niet houdbaar zijnde nieuwe aanleg zal echter komen in handen van een park-architect, dus is toch iets goeds bereikt. Het buitengoed Scheybeeck, dat de Gemeente Velsen aankocht, heeft daar heel wat zorgen gegeven. Het slot is geweest, dat het eigenlijke huis aan een particuliere verkocht is onder zekere voorwaarde en dat de bewoonster het huis keurig heeft doen restaurceren en opknappen door den architect Ir. H. T. ZWIERS en dat het park een lustoord voor de Velsenaars geworden is. Voorwaar een buitengewoon succes in dezen tijd van slechten der buitenplaatsen. Het Adviesbureau heeft 't druk. Steeds meer kleinere Gemeentebesturen zien de noodzaak in de ingekomen slechte bouwprojecten voor advies of verbetering in te zenden.Met een weinig geduld en beleid is. in deze richting heel wat te bereiken ter bestrijding van architectonische vogelverschrikkers.' DE HAARLEMSCHE KOMMIEZENHUISJES. Dezer dagen stond in 't „Algemeen. Handelsblad", dat er te Haarlem iemand een voordracht zou houden over Steenen Verkeersagenten en las mijn naam daarbij. Dat was een aardige noviteit. Immers onze tijd is die der nieuwigheden, waarvoor het oude zoo spoedig' mogelijk dient opgeruimdte wordenna dè stadspoort de barrière, na de barrière de Kommiezenhuisjes, na de Kommiezenhuisjes de Dobbelsteenen, na de Dobbelsteenen de steenen verkeersagenten. Wel vragen wij ons af of bij al het nieuwe dat men ons bood er wel veel van 't oude overbleef, ja zelfs of men bij het afbreken van het oude niet soms verzuimde ons daarvoor iets in de plaats te geven. Het ware daarom wel gewenscht alvorens elke noviteit te aanvaarden, even om te zien wat men losliet. Het kon dan wel eens gebeuren dat men greep naar 't ijle, naar 't ledige niets en men daarvoor iets goeds opofferde. Zoo is 't met de Haarlemsche Houtbarrière, de Kommiezenhuisjes. De Haarlemsche Gemeenteraad besloot op 4 November 1925 ten derde male de Kommiezenhuisjes aan de Houtbrug af te brekenten derde male omdat voordien twee keer een overeenkomend Raadsbesluit door de Kroon vernietigd werd. Dit feit verdient om verschillende redenen de aandacht, om de waardeering van een monument, om het merkwaardige van een herhaald Raadsbesluit ondanks vernietiging van hooger- hand, om de behandeling van een stedebouwkundig vraagstuk. Wat zijn eigenlijk Kommiezenhuisjes? Het beste antwoord lijkt ons: de laatste uiting van het begrip stadspoort. Dat zit zooEen middeneeuwsche vesting had steenfen vestingmuren met aan de buitenzijde een gracht al of niet met water en op de plaatsen waar de toegangswegen tot de stad deze muren kruisten, een poort. Wie wel eens bezocht heeft Rothenburg ob den Tauber, Nördlingen of Dinkelsbühl in Beyeren, heeft kunnen aanvoelen hoe eigenaardig niet alleen, doch ook hoe fraai zulk een vestingstelsel was. Een zoodanig complete middeneeuwsche vesting bezitten wij in Nederland niet meer. Te Amsterdam is er nagenoeg niets meer van over, behoudens de Schreyerstoren en de kern van wat nu de Waag op de Nieuwmarkt is. Te Amersfoort vindt men nog aardige brokstukken in de Koppelpoort en den Monnikendam. Te Haarlem, dat tot 1860 nog vele en fraaie overblijfselen van de oudste vesting bezat, is als eenig aandenken gebleven de bekende Spaarnwouder poort, toegang gevende tot den straatweg naar Amsterdam. Hoe spijtig te weten, dat tot 1860 of '65 Haarlem nog een geheele verzameling van dergelijke en latere poorten bezat, de Kennemerpoort, de Raakstoren, de Eendjespoort, de Kleine Houtpoort, de Schalkwijkerpoort. Na de middeneeuwen ging de wijze van oorlogvoeren sterk ver anderen en het geschut ging een woordje medespreken. Men ontwierp nieuwe vesting-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1925 | | pagina 2