schilderachtige Brugge door tal van schilders bezocht en op menig schilderij in de Europeesche musea vindt men afbeeldingen van dit-toen-mooie plaatsje. Om eenige namen te noemen: de bekende Belgische schilder EMILE CLAUS heeft vaak in Sluis gewerkt, ook LOVIS CORINTH heeft er doeken gemaakt. De dorpsschoonheid van Sluis was zeer bijzonder. Het plaatsje was toentertijd volkomen gaaf, zoodat een wandeling door de kleine smalle straatjes, langs de leven dige gekleurde kade en over de eeuwen oude markt, dat met het oudste Raadhuis van Nederland prijkt (van 1396), een aaneenschakeling was van verrassende perspectieven, voeg daarbij de omstandigheid dat het dorpje geheel ingesloten lag tusschen de oude hooge wallen met hoog opgaand geboomte begroeid, dan kan men hieruit opmaken dat hier alle factoren aanwezig waren om een boeiend geheel te verkrijgen. Als er één plaats was in Nederland waar met zorg voor zijn schoonheid moest worden gewaakt, wel, dan was het Sluis. Want er waren allerlei factoren die mede konden werken aan het vernietigen van deze schoonheid. In de eerste plaats de aantrekkelijkheid om nieuwe industrieën te vestigen omdat Sluis gelegenheid biedt voor verkeer te land zoowel als te water. Door de nabijheid van groote Belgische badplaatsen, de stad Brugge, de haven Zeebrugge, kon Sluis er op rekenen met zijn tijd mee te moeten gaan. Verdubbelde waakzaamheid was daarom noodig geweest, alsook zorgvuldige minitieuze studie van die vraagstukken die de .metamorphose van zoo'n plaatsje onder den drang van hedendaagsche eischen met het behoud van het specifieke karakter beheerschen. Helaas heeft het in Sluis ontbroken aan deze verscherpte waakzaamheid en blijkbaar aan de kennis en de lust om het moeilijke vraagstuk te trachten op te lossen. Dezer dagen er vertoevend, kon ik slechts constateeren, dat de schoonheid van Sluis verdwenen is en dat Sluis zoo radicaal bedorven is dat het zelfs geen zin heeft er nog een reddende hand naar uit te steken. Talloos zijn de horribele bouwsel van totaal onbevoegden, die strijk en zet juist op de meest schilderachtige punten van het dorpje zijn terecht gekomen. Wat voelt men in zoo'n plaats de armoede in het bouwen, omdat er elke architectonische leiding en hulp ontbreekt. Het toppunt van verminking is bereikt juist in het afgeloopen jaar toen er aan den westkant een groot tram-emplacement is aangelegd met al de leelijkheid van dien. Gezien vanuit de verte heeft thans het verukkelijke stadhuistorentje een pendant gekregen in de nieuw gebouwde watertoren, in zijn allures en in zijn houding een echte Barendje Donderkop. Wanneer men Sluis heeft gezien, heeft men maar één overtuiging en die is deze: dat er geen maatregelen streng genoeg zijn waar het gaat om het behoud van oude dorpsschoonheid. Wanneer men n.1. deze vernietiging van schoonheid ziet, ontwaart men dat het vrijwel een noodelooze verminking is geweest. Alles is te gronde gegaan, maar zonder dringende noodzaak.- Het eigenbelang en de eigenbaat der menschen is van dat alles de oorzaak en alleen krachtdadige maatregelen, alleen de macht van lichamen diehet aanranden van stedebouwkundig schoon radicaal kunnen verbieden, is in staat om dit eigen belang en deze eigenbaat niet verder tot schade en schande te doen zijn, van en voor den cultureelen zin van ons volk. Halve maatregelen geven niets.-Sluis, het. plaatsje dat in nog geen 20 jaren tijds vrijwel zijn geheele schoonheid is kwijt geraakt,1 .is het voorbeeld, wat gebeuren kan, als over het dorpsschoon niet met strengheid wordt gewaakt-. Laten er niet meer zulke voorbeelden komen.- -

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1925 | | pagina 3