JAARVERSLAG
In de vorige Algemeene Vergadering van 16 Mei 1924 werden tot lid van het
Algemeen Bestuur verkozen de heeren HENRr POLAK te Laren en Mr. C. B.
MENALDA, griffier van de Staten in Leeuwarden, waardoor het Bestuur was samen
gesteld als op de omslagpagina van het blad is vermeld.
Het getal der leden, dat zijn de vereenigingen bij den Bond Heemschut aan
gesloten, groeide van 39 tot 44, door het toetreden van den Bond van Nederlandsche
Tuinarchitecten, de vereeniging Blaricum's Belang, de Bond van Nederlandsche
Architecten, het Friesch Genootschap van Geschiedenis, Oudheid- en Taalkunde en
de Netherland-America Foundation te New-York. Het getal buitengewone leden nam
sterk toe, hetwelk voornamelijk toe te wijzen zal zijn aan de meerdere bekendheid van
den Bond verkregen door het blad. Het aantal donateurs vermeerderde van 6 tot 13,
door het toetreden van de Gemeenten Noordwijk, Egmond-binnen, Arnhem, Krommenie,
Oosthuizen, Naaldwijk en de provincie Gelderland. Het aantal correspondenten bleef
onveranderd. Voor belangstellenden zal de volledige ledenlijst in een der eerstvolgende
nummers worden opgenomen. De werkzaamheden van Heemschut strekten zich uit op
velerlei gebied. De belangrijkste zaken zijn regelmatig in het blad vermeld, met korter
of langer toelichting, soms met illustratiën. De opsomming van de rubrieken Werk
zaamheden van den Bond Heemschut welke periodiek verschenen, vormen dus eigenlijk
den inhoud van het jaarverslag. De belangrijkste punten worden nog hieronder vermeld.
Te Oisterwijk werd het fraaie lindenberceau behouden.
Te Zeist kwam het bekende Slot na velerlei moeilijkheden in goede handen doch
het daarachter gelegen bosch ging grootendeels verloren.
Aan het Gemeentebestuur van Veenendaal werd een advies gegeven inzake de
boomen in de Hoofdstraat en dit met succes.
De weg Utrecht—Arnhem, de Stichtsche Lustwarande gaf ons veel zorgen en als
een belangrijk succes mag het behoud van de boomen langs dezen weg genoteerd
worden, waarbij in de eerste plaats de naam van den heer POS, die zich daarvoor
veel moeite gaf, dient vermeld.
Te Sommelsdijk had Heemschut geen succes. Al ware het alleen omdat de
grootestads-menschen zich ermede bemoeiden is daar de Ringgracht niet met grond
doch met vuilnis gedempt.
Het huis Spaarne 108 te Haarlem werd door de Vereeniging Hendrick de Keyser
aangekocht en gered.
Gememoreerd dient de verijdelde poging om bij Oud-Valkeveen een begraaf
plaats te maken.
Dan de molens! De molen de Valk te Leiden, die bij Blaricum en zoo vele
andere waarbij de Vereeniging de Hollandsche Molen zich dapper verweerde.
De bekende zaak van de kalkzandsteenfabriek op de Warandebergjes bij Blaricum
die er eerst niet zou komen en er toen toch kwam.
De Hendrick de Keyser-huizen op de Nieuwmarkt te Amsterdam staan er nog
doch zullen dezer dagen gesloopt worden.
De strijd tegen de ontsierende reclame werd hardnekkig voortgezet. De berichten
VAN DEN BOND HEEMSCHUT OVER HET JAAR 1924 UITGEBRACHT IN DE
ALGEMEENE VERGADERING VAN 24 APRIL 1925.