zegt: de geest doodt, maar de letter maakt levend. Anderen zijn onzichtbaar, geheim zinnig, daarom te huiverender vreeze wekkend als b.v. het Domein, dat, naar men fluistert, ons nu weer van de schoonste groep Noordwijksche duinen berooft. Wanneer wij maar, moedig strijdend en eiken duimbreed gronds verdedigend, zoolang volhouden, totdat de natie ontwaakt £n derhalve onze taak die der regeering geworden is. De openbare meening achter ons, onze naam op aller lippen, ons werk aller arbeid, elke schoonheidsschennis als een nationale schande gevoeld ja dan breken de gouden dagen aan en zullen wet en staatsmacht beschermen wat nu geen schut en scherm heeft dan de goede wil van enkelen. Ik zeg niet dat gij deze opwekking behoeft. Ook zonder haar gaat gij voort ons nationaal devies in de daad om te zetten: Je maintiendrai. Maar tót volhouden roep ik de zwaarmoedigen, de twijfelenden onder ons, gelijk ik hen ken .van zeer. nabijen tot toetreden hen, die nu nog verre staan. 'Ook hier moet eendracht macht maken. Laat ons in dezen geest ook heden onzen arbeid verrichten. DE VEREENIGING „HENDRICK DE KEYSER". (Vervolg en Slot.) Reeds bij de oprichting werd ingezien, dat er een fonds zou noodig zijn, waaruit kon worden geput, wanneer aan.eenig pand-herstellingen van zoodanigén omvang zouden noodig zijn, waarvan de kosten niet uit de gewone opbrengst konden worden bestreden. Ook kon zulk een fonds niet worden gemist, wanneer eenig aangeboden pand, hoewel niet „self-supporting" zóó belangrijk was, dat tot aankoop werd besloten waarna buitengewone afschrijvingen op de koopsom moesten plaats vinden. In dit Aankoop- en her stelling sfonds wordt, behalve wat van de huuropbrengst, na aftrek van alle lasten, onderhoud en renten overschiet, elke gift gestort, die niet met een vooruitomschreven doel is geschonken. De subsidiën van het Rijk en van de Gemeente Amsterdam, dankbaar aanvaard als een zeer op prijs gesteld blijk van waardeering van het streven van de Vereeniging, worden mede in dit fonds .gestort. De koopsommen van de huizen worden voldaan uit een Obligatieleening rentende 5 °/0, welke rente gedekt wordt door de huuropbrengst van de aangekochte panden. Tusschen het hierboven genoemde stamkapitaal en de obligatieleening is het verband gelegd, dat de leening nimmer meer dan het tienvoud van het stamkapitaal mag bedragen. Het zij verder vermeld, dat bij de oplichting der Vereeniging haar doel was omschreven als: „Het nemen van maatregelen; tot behoud van oude gebouwen, in het bijzonder te Amsterdam"Het bleek evenwel al zeer spoedig, dat deze omschrijving te eng was; nog in het oprichtingsjaar werden dan ook de gecursiveerde woorden uit de Statuten geschrapt. Het specifiek Amsterdamsch tintje, dat de Vereeniging in het eerst had, is daarmede weggenomen, geheel' Nederland is thans haar arbeidsveld. Het eerste Vereenigingsjaar werd ingezet met den aankoop van niet minder dan achttien perceelen waarvan- zestien in Amsterdam en twee daar buiten. Voorts legde de Vereeniging de hand op de met afbraak bedreigde Kapel te Gageldonk bij Breda, gebouwd omstreeks 1500., Speciaal willen we van de aangekochte, perceelen vermelden, die welke staande op den hoek van de Prinsen- en Brouwersgracht, aan het stadsbeeld aldaar zulk een bijzondere bekoring geven. Verder de fraaie gevel in de Enge Kerksteeg 4 dateerende uit 1634, het oude huisje Rapenburg 13 waarvan de volksmond zegt, dat weleer PlET Hein daar woonde en tenslotte de twee mooie trapgevels aan de Nieuwmarkt 20 en 22 die het jaartal 1605 dragen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1925 | | pagina 5