oude grachten en straten, toen in stede van de karakterlooze nieuwe wijken van de
zeventiger jaren de stad nog omsloten werd door wallen en de poorten nog haar
eenige toegangen vormden. Toen het „schiprijk" IJ nog niet door spoorbanen en
gebouwen van haar straten was gescheiden en haar grenzen langs theetuinen en molens,
smalle paadjes en slooten vergroeid waren met het omliggende land.
Veel heeft de stad aan schoonheid ingeboet in de laatste vijf-en-zeventig jaren!
Talloos zijn de oude fraaie bouwwerken, die aan den slooper toevielen. Gebouwen,
wier schoonheid of bijzonderheid vrijwel door niemand werd ingezien of opgemerkt.
Eerst in de laatste paar tientallen jaren zijn de oogen daarvoor opengegaan, is men
gaan beseffen, dat het, ook voor een sterk levende stad, iets beteekent om te letten
„DE MESSINGKLOPPER", IJLST.