WORDT LID VAN DEN BOND HEEMSCHUT.
werkzaam -in het belang van het natuurschoon, in welk geval op, die particuliere
bosschën een kapverbod kan worden gelegd.
Voorts is bij deze wet een Boschraad ingesteld. Deze raad houdt zich op de
hoogte van, al hetgeen van belang is voor den boschbouw, alsmede voor het behoud
van bosschen en andere houtopstanden ter bewaring van natuurschoon.
Bovendien zijn nog bepalingen opgenomen,^ inzake te nemen maatregelen tegen
.schade, veroorzaakt door voor den boschbouw schadelijke dieren of plantenziekten;
het, laten liggen van geveld naaldhout; vergoeding van schade in geval van boschbrand
veroorzaakt door de uitoefening van spoor- of tramdiensthet verleenen van.rentelooze
.voorschotten tot het scheppen van blijvend boschbezit aan publiekrechtelijke .lichamen,
vereenigingen daarvan, alsmede aan vereenigingen en stichtingen van algemeen nut.
De uitvoering van de Boschwet berust in hoofdzaak bij het Staatsboschbedrijf en
het hieronder volgende statistische overzicht geeft hiervan een beeld.
Overzicht van de uitvoering van de Boschwet 1922 over het jaar 1923,
Ingekomen berichten van veilingen 201.
In 51 gevallen bleek geen plaatselijk onderzoek noodig.
140 werd vergunning tot velling verleend.
46 werden aan de verleende vergunning voorwaarden verbonden, als
verplichting tot herbebossching of herbeplanting enz.
13 werd na gepleegd overleg geheel of gedeeltelijk van de velling afgezien.
„2 werd tot behoud van natuurschoon een kapverbod uitgevaardigd.
In meerder,e gevallen kon tot het behoud van natuurschoon iets worden gedaan;
zoo o. a. te Zuidlaren, Deze gemeente wenschte verschillende boomen, behoorende tot
de Havezathe „Laarwoud" te vellen. Bij bezichtiging van het houtgewas bleek dat
deze om zijn natuurschoon terecht bekende aanleg in zeer vervallen toestand verkeerde.
In verband hiermede werd in overweging gegeven om tot behoud van een en ander
een park-architect te raadplegen. De Gemeente heeft aan dezen raad gevolg gegeven,
zoodat de instandhouding van het bosch „Laarwoud" voor de toekomst verzekerd is.
De Gemeente Wisch was voornemens over een lengte van 1350 M. alle boomen
te verkoopen aan den straatweg Varseveld—Aalten. Hoewel de beplanting wel voor
vernieuwing in aanmerking komt, zou het uit een oogpunt van natuurschoon zeer te
betreuren zijn geweest, wanneer al die boomen tegelijk zouden worden opgeruimd.
Het is beter dat de verjonging geleidelijk geschiedt. Z.Exc. de Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw heeft in verband hiermede slechts toestemming verleend
tot het vellen van de boomen over een afstand van pl.m. 350 M.
Tot bewaring van natuurschoon zijn Rapverboden gelegd te Diepenveen en te
Huizen (N.-H.) resp. op een eikenbeplanting ter weerszijden van den gemeenteweg en
op een 20-tal iepen, staande aan de Noordzijde van de Ned. Herv. Kerk. Deze
kapverboden zijn indertijd reeds op grond van art. 1 der Nood-Boschwet uitgevaardigd.
Aangezien de betrokken Gemeentebesturen niet van de velling wenschten af te zien,
zijn de kapverboden ingevolge de Nood-Boschwet opgeheven, doch op grond van de
bepalingen van de Boschwet 1922 zijn nieuwe uitgevaardigd.