en doet eindelijk de molen die zoo lang de last der jaren droeg, ineenstorten. En wat tijd
of natuurkracht niet velde, wordt door den mensch ten offer gebracht. Eischen van
economie laten zich dwingend gelden: de molen heeft zijn tijd gehad.' Zoo heet het
dan. En och, wie zou ze eigenlijk betreuren, ze-hebben hun dienst gedaan, we-zijn er
dankbaar voor, maar nu is hun tijd gekomen. Misschien dat een enkele maniak uit de
stad, er nog eens een bewonderende blik op slaat, maar overigensweg ermee
Zoo spreekt botheid en onverstand, niet beseffend de groote beteeke'nis die zoon een
voudige molen, onbewust geworden tot een ding van machtige schoonheid, over het
landschap heeft.
Een schijn van recht lijken zij te hebben, die zeggen dat de molens, hoe mooi ook
op zich zelf, moeten' wijken voor nieuwe techniek die stellig nieuwe schoonheid brengen
zal. Gelijk zouden zij hebben als zij ons inderdaad voorbeelden van die nieuwe schoonheid
konden toonerj. Maar is zoo'n stoomgemaal, zoo'n electrische maalinrichting ooit iets
anders -dan een zielloos prod.uct, van techniek alleen? En zelfs daar, waar getracht is
iets van ook aesthetische beteekenis te bouwen zijn toch nooit die oude molens geëvenaard.
Daar komt nog bij dat de molens niet als doode dingen behoeven te blijven voort
bestaan. Nog steeds blijft de wind goedkooper dan electrische kracht en bovendien is
in den gewonen molen een installatie aan te brengen die oude schoonheid en moderne
techniek op verrassende wijze combineert.
Ondertusschen worden door ons heele land de molens bij tientallen neergeveld en
aldus dorp en polderland steeds eentoniger gemaakt. Nog net bijtijds om vele molens
te kunnen redden is nu de Vereeniging „De Hollandsche Molen opgericht. Aanvankelijk
was er een plan om in de Zaanstreek een soort openluchtmuseum van-molens aan te
leggen. Het geheel zou het karakter dragen van een permanente tentoonstelling, waar
de molens zouden draaien en produceeren. Door de slechte tijden werd dit plan niet
uitgevoerd. Maar goed ook, zou ik zeggen, indien eenigszins mogelijk moeten de molens
in het landschap zelf worden gehandhaafd. Dit doel wordt nu nagestreefd door „De
Hollandsche Molen". Zij wil redden wat er te redden is en redding verdient en zij
behoort gesteund te worden door elk die inziet dat van de schoonheid van ons land
de molens een onmisbaar deel uitmaken.
Internationaal Stedebouwcongres te Amsterdam.
Voor Advertentiën te wenden tot de Uitgevers en Drukkers Maatschappij van
F* VAN ROSSEN, Amsterdam, Nassaukade 175 of Laurierstraat 246, Tel. 45803.
DE
Zij staan daar als stille gedaanten
In de rust van den avondschen schijn,
Om over de eenzame landen
Stoer-trouwe wachters te zijn.
Zij staan er sinds vele geslachten
Tot glorie van 't Hollandsche land
Zij gaven hun werk en hun krachten
En hielden de eeuwen door stand.
OLENS.
Nu drukt hen de last van de jaren
En nieuwere tijd hen bedreigt
Maar stil staat de eenzame molen
Doet trouw zijn plichten en zwijgt
En-draait weer zijn willige wieken
Op d'adem van wuivende wind
Maalt droog de vochtige landen
Zóo dat de boer er bij wint
Zoo willen wij je behouden,
Zoo, in den avondschen schijn
Over de eenzame landen
Stoer-trouwe wachter te zijn.
A. L. Broer.
Heerengracht 260266 Amsterdam. Minimum contributie f5.
Te Amsterdam zal van 2 tot 9 Juli 1924 een internationaal stedebouwcongres gehouden worden,
bijeengeroepen door de Internationale Stedebouw- en Tuinstadvereenigmg Het congres wordt georganiseerd
door het Nederlandsch instituut voor volkshuisvesting en stedebouw te Amsterdam. Het lidmaatschap bedraagt
voor personen, die geen lid zijn van het Instituut voornoemd f 12'Aanmelding bij het Secretariaat van
het congres, Kloveniersburgwal 70 te Amsterdam.