Omdat de baan Utrecht-Arnhem van de Oosterstoomtram Maatschappij geèlectri-
ficeerd wordt, dreigt de prachtige weg geschonden te worden. Vooral in den omtrek
van Zeist, Driebergen wil men veel fraaie oude beuken vellen. In samenwerking met
den A. N. W. B. en plaatselijke vereenigingen doet Heemschut wat het kan om de
„Stichtsche Lustwarande" te sparen.
Bij de prachtige Warandebergjes te Blaricum en Huizen wilde men een kalkzand
steenfabriek bouwen en de heuvelen ten deele afgraven. Heemschut sloeg het geval
met belangstelling gade, wat werd vergemakkelijkt, omdat twee der leden van het Dag.
Eestuur tevens zitting hebben in de Centrale Schoonheidscommissie voor het Gooi.
Stad en Lande van Gooiland had zeggingschap over de afgraving, de Gemeente Huizen
over den bouw der fabriek. In hoofdzaak omdat de Gemeente Huizen zich tegen den
fabrieksbouw ter plaatse verzette men heeft in deze Gemeente elders industrie
terreinen is de zaak van de baan.
De wintertijd bracht mede dat vele boomenvraagstukken ter tafel kwamen. Vooral
in het najaar en den winter schijnen erg veel boomen in den weg te staan, of ziek te
zijn. In den zomer is dit minder het geval. Dan komen zoo tegen het voorjaar meer
de wenschen naar verbouwing of nieuwbouw ten plattelande. Voor de toezending van
de ernstige gevallen houdt Heemschut zich aanbevolen.
Ook het reclamespook waart rond. Heele gevels worden met aanbevelingen van
sigaretten, eetwaren en andere materialistische zaken bekleed of beklad. Voor het
bestrijden van dien reclameduivel geeft Heemschut gaarne advies. Blijkens de buiten-
landsche tijdschriften staat Nederland in dit vraagstuk niet alleen. De woorden „Plakat-
Unfug" en „Reklamepest" uit buitenlandsche Heemschutbladen geknipt zeggen voldoende.
De Secretaris.
HEEMSCHUT IN DE TAAL
Men wil COUPERUS zijn uitheemse neigingen wel eens verwijten en toont dan aan
dat tal van door hem gebruikte vreemde woorden vervangen kunnen worden door
zuiver Nederlandse, d. w. z. door woorden die hier burgerrecht verkregen hebben
melancholie.weemoed, philosofiewijsbegeerte, enz. Te veel wordt echter vergeten, dat
wanneer er naast een inheems woord, een buitenlander wordt binnengehaald of binnen
sluipt, die beide woorden dikwels iets eigens krijgen, waardoor ze elkaar niet meer
kunnen vervangen, dat ze enigzins andere voorstellingen of begrippen wekken (precieus
kostbaar, restaurerenherstellen). Ook mag mgn niet voorbijzien dat de ritmiese.en de
geluidswaarde van een welklinkende zin teloorgaat, wanneer men vervangt. De taal
van COUPERUS niet aanvaarden betekent zijn ziel niet aanvaarden. En wat heeft die
ziel een schoonheid gegeven. Betreuren kunnen we het, dat deze grote kunstenaar zijn
taal niet meer verrijkt heeft met de schatten van ons eigen bezit. („Het zwevende
schaakbord".)
Is een indringer eenmaal in onze taal tuisgeraakt, dan valt er veelal weinig meer
tegen te doen, is altans de grote inspanning van heCopruimingswerk niet evenredig
aan het geringe gunstige gevolg. En bovendien wanneer is een vreemd woord
bij ons onwelkome gast? In den regel alleen als het ongeschikt is om in de taal op
genomen te worden, indien het volk er niet mee terechtkan. Soms ziet men dan ook
zoo n brutaaltje weer verdwijnen. Zo zal „überhaupt" het wel niet uithouden, al be
dienen velen zich er nog van, te pas en te onpas. Wat moeten we aanvangen met het
opdringerige '„efficiency" Denk eens aan de lijdensgeschiedenis van het aardige Franse
woord „punaise". Het zegt ons niets. Geen wonder dat 'tvolk er maar wat mee om
springt; penijze, pienijze, pe-nijzertje' penijzertje. In Twente zegt men wel „doem-
spiekertje", in Friesland „taets". Sporttermen zijn dikwels allerzonderlingst verhaspeld.
„Friendly game" werd verstaan als „frentiekee". Tegenwoordig zeggen de schooljongens
„vredekeetje". Dat begint al wat te lijken.
Ondertussen zijn talloos veel woorden zonder bezwaar uit andere talen in de onze
overgegaan, ze wisten zich aan te passen. Wie denkt bij „venster" nog aan een zuiverder