Landelijke belangenbehartiging
Manifest Groen Erfgoed
Omgevingswet
Windenergie
Wederopbouwerfgoed
Een aantal organisaties in de groene erfgoedsector heeft in
het themajaar van de Historische Buitenplaatsen 2012 en
het thema van de Open Monumentendag Groen van Toen
de handen ineengeslagen. Zij vragen in het Manifest Groen
Erfgoed ook aandacht voor het historische groen rond Neder
landse buitenplaatsen. Opgeroepen wordt tot kennisverbete
ring, betere borging van waarden in de ruimtelijke ordening,
meer financiële middelen voor instandhouding en meer ver
trouwen in particulier initiatief. Op de themadag rond het his
torische groen op 24 maart 2012 op Kasteel de Vanenburg te
Putten hebben elf grote landelijke groene erfgoedorganisaties
hun handtekening onder het manifest gezet. Gedurende het
hele jaar is er op verschillende manieren aandacht gevraagd
om het manifest te ondertekenen. Uiteindelijk is het met alle
handtekeningen op 5 februari 2013 uitgereikt aan de heer
Cees van 't Veen, directeur van de Rijksdienst voor het Cul
tureel Erfgoed. Er is in ieder geval bereikt dat er in 2013 een
bedrag van vijf miljoen euro aan onderhoudssubsidies uit de
BRIMM is gereserveerd voor groene rijksmonumenten.
De Omgevingswet wil alle bestaande wetten en regelgeving
aangaande de fysieke leefomgeving samenvoegen tot één
nieuwe wet. Dit moet het proces voorafgaand aan het bouwen
en verbouwen in Nederland eenvoudiger en beter maken. Het
uitgangspunt is dat initiatiefnemers meer vrijheid krijgen. De
overheid toets niet meer op wat niet kan, maar toetst juist op
wat wel kan. Heemschut volgt de discussie rond de invoering
van de Omgevingswet van nabij. Mede namens de FIM heeft
Heemschut op 9 maart 2012 gereageerd op de Kabinetsnoti
tie Stelselwijziging Omgevingsrecht. Heemschut heeft een aan
tal aandachtspunten geformuleerd. De burgerparticipatie dient
op verschillende momenten in het planvormings-, besluitvor-
mings- en uitvoeringsproces vastgelegd te worden. De omge
vingsvisie zou verplicht moeten worden voor gemeenten en er
zou een actualisatieplicht moeten gelden. Daarnaast dient in
de nieuwe wet verankerd te zijn dat cultuurhistorie als facet-
belang in voldoende mate onderzocht en afgewogen wordt ten
opzichte van andere belangen.
Heemschut neemt formeel en informeel deel aan de vele ver
schillende (thema)discussies en gesprekken rond het wets
voorstel Omgevingswet. Deze worden onder andere georgani
seerd door het Ministerie van Infrastructuur en Ruimte en de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Heemschut probeert zo
de ontwikkelingsrichting te beïnvloeden.
Het ministerie van Infrastructuur Milieu heeft in 2012 het
voornemen geuit om met een Structuurvisie Wind op Land te
komen; een goede ontwikkeling. Lang ontbrak in de discussie
een ruimtelijk kader waar wel of geen grootschalige ontwikke
ling van windturbineparken op land gewenst is en onder welke
randvoorwaarden. Inmiddels zijn afspraken gemaakt met pro
vincies en gemeenten om ruimte te reserveren voor de hoe
veelheid kW opgesteld vermogen aan windenergie, die op het
land geplaatst gaan worden.
Heemschut is al begin 2012 met een visie gekomen op wind
energie op land en heeft een eigen toetsingskader ontwik
keld om de plannen voor de verschillende locaties te kunnen
beoordelen. Begin oktober 2012 is er een zienswijze op het
voornemen voor een Structuurvisie Windenergie op Land en
PLAN-MER geformuleerd. Heemschut is tegen grootschalige
windenergieparken vanwege de aantasting van het landschap.
Windturbines van deze omvang en hoogte zijn volgens Heem
schut niet meer in het landschap te passen. Het landschap zal
daardoor op bepaalde plaatsen te sterk van karakter verande
ren en de omgeving vervalt tot een Madurodam.
De commissies in Flevoland, Noord-Holland, Amsterdam,
Drenthe en Friesland voeren lokaal en regionaal actie voor of
tegen voorgenomen locaties voor grootschalige windenergie.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft in 2012 na
verschillende consultatierondes een definitieve lijst van 91
topmonumenten uit de tijd van de wederopbouw 1959-1965
samengesteld. Deze lijst vertegenwoordigt volgens hen de
belangrijkste gebouwen en het werk van de belangrijkste archi
tecten uit de periode. Heemschut is nauw bij de totstandko
ming van de lijst betrokken. Vrijwilligers van de provinciale
commissies hebben op twee momenten suggesties aange
dragen voor de definitieve lijst. Bond Heemschut heeft in de
consultatierondes altijd gewezen op een uitbreiding van de lijst
naar 250 objecten en vindt 91 objecten te weinig. De Bond
wees op het belang van een evenwichtige lijst, die rekening
houdt met het werk van verschillende architecten, met een
verdeling over verschillende typologieën en een goede sprei
ding over het land. Bovendien zou er naast de bescherming
van losse objecten een meer omgevingsgerichte benadering
moeten worden ontwikkeld, waardoor gebouwen meer in hun
ruimtelijke samenhang behouden kunnen worden.
HEEMSCHUT JAARVERSLAG 2012 5