4. College van Technisch Adviseurs
drs.J.P.J. van der Haagen, vice-voorzitter
H.J.J. Oome, Noord-Brabant
B.J.M. Tonies, Noord-Brabant
mr.ing. J.A. de Kenning, Zeeland
ir. H.M.J. Palmen, Limburg
ing. Chr. Versteeg, Limburg
H.L.M. Dircks, Limburg
drs. J.C. de Kroon, voorzitter
ir. L.W. Barneveld, Groningen
S. Wieringa, Friesland
ir. G.J. Tangerman, Drenthe
ir. M.H. Mauritz, Drenthe
ir. E.R. Hnijgen, Overijssel
ing. J.G.C. Scharten, Gelderland
ing. R.J. Veelders, Gelderland
ing. T. Wiarda, Gelderland
J.H. Reijnen, Gelderland
ing. P.G.D. van Vliet, Utrecht
drs. P. Donkersloot, Utrecht
ing. J. Bergshoeff, Flevoland
H. Dirkx, Noord-Holland
ir. P.M. Capelle, Noord-Holland
ing. W. Scha gen, Noord-Holland
mg. L.J. Eelman, Amsterdam
mr. E.S. Hoogendijk, Amsterdam
ing. A.C. Bitter, Zuid-Holland
M. van Hemert, Zuid-Holland
G.K. Vos, Zuid-Holland
ing. L. de Visser, Noord-Brabant
Mutaties
In het verslagjaar 2003 werd de heer J.H. Reijnen te
Ruiflijk benoemd tot vierde technisch adviseur voor de
provincie Gelderland en de heer drs. PDonkersloot
te Utrecht tot tweede technisch adviseur voor de
provincie Utrecht, belast met ruimtelijke
beschermingsaangelegenheden. Ing. L. de Visser te
Hooge Zwaluwe trad terug als technisch adviseur in
verband met zijn benoeming tot voorzitter van de
provinciale commissie Noord-Brabant.
De technisch adviseurs kwamen in 2003 voor
vergadering bijeen te Amsterdam op 23 januari,
14 mei en 17 september. De vergaderingen stonden
vooral in het teken van de 'verbreding' die de
Nederlandse monumentenzorg sinds 1995 doormaakt.
Voor de monumentenzorg is een planologische
opdracht ontstaan. Deze planologische component
van het monumentenbeleid moet verder geactiveerd,
uitgebouwd en bevorderd worden. Het cultuur
historisch aspect kan in het planologisch proces
niet vroeg genoeg naar voren worden gebracht.
De cultuurhistorische planologie is niet alleen een
hoofdpunt van beleid van de staatssecretaris van
cultuur, blijkens de cultuurnota 2000-2005, maar ook
van de Bond Heemschut, blijkens het Heemschut
beleidsplan 2000-2005.
Gelet op dit cultuurhistorisch-planologisch beleid
kwam het functioneren van de RDMZ en de
provinciale steunpunten voor de monumentenzorg
op de vergaderingen een aantal malen aan de orde.
Ook de provinciale cultuurhistorische waardenkaarten
als planologische beleidsinstrumenten werden
besproken.
Het beschermingswerk van Heemschut ontwikkelt zich
langzaam in de richting van het beleidsuitgangspunt
'Heemschut gaat Belvedere'. De visie, de strategie en
de aanpak van de planologische monumenten
bescherming werd tijdens een Heemschut studiedag
in het kader van de cursus 'Cultuurhistorie in de
ruimtelijke ordening' op 22 maart 2003 te Amersfoort
uiteengezet. Deze studiedag werd door 27 provinciale
commissieleden bijgewoond.
De complexiteit en de moeilijkheidsgraad van de
bescherming in planologisch perspectief kwam
duidelijk naar voren. Pro-actieve en gebiedsgerichte
heembescherming is een proces in ontwikkeling
binnen Heemschut. Hiervoor blijkt de aanwezigheid
van vertegenwoordigers uit de ruimtelijke disciplines
(planologie, stedebouwkunde, historische geografie,
landschapskunde en ruimtelijk bestuursrecht) in de
provinciale commissies noodzakelijk te zijn.
Heemschut is immers vooral decentraal de bewaker en
verdediger van het 'ruimtelijk archief van Nederland.
7
Samenstelling van het college (per 31 december 2003)
Vergaderingen
Beschermingsbeleid