II Leden
Het aantal leden aan het einde van 1997 bedroeg 7.060.
Dit is ten opzichte van 1996 een teruggang van 368.
De spreiding van de leden over de provincies, alsmede
de onderverdeling naar verschillende categoriën
wordt hieronder weergegeven.
provincie aantal
Groningen
232
Friesland
217
Drenthe
200
Overijssel
456
Gelderland
877
Flevoland
29
Utrecht
822
Noord-Holland
1.647
Zuid-Holland
1.615
Zeeland
196
Noord-Brabant
466
Limburg
224
Buitenland
79
totaal
7.060
categorie
aantal
percentage
leden tot 30 jaar
136
1.9
leden tussen 30 en 65 jaar
3.823
40.0
leden ouder dan 65 jaar
3.102
44.0
donateurs en rechtspersonen
629
8.9
overigen
370
5.2
totaal
7.060
100.0
In 1997 werden geen grote ledenwerfacties ondernomen,
alleen de gebruikelijke werving onder doelgroepen, die
via het tijdschrift werden aangesproken, is ondermeer
uitgevoerd in de provincie Drenthe en de stad Dordrecht.
Onze ledenwerffolder Hebben is houden werd op
veel plaatsen en bij allerlei bijeenkomsten neergelegd.
De folder is ook in de folder-display's van enkele
musea en voor het publiek toegankelijke monumenten
beschikbaar. De PR-medewerkers en de algemeen
directeur maken er een gewoonte van bij iedere activiteit
en kennismaking, de folder te presenteren.
De Algemene Vergadering van Leden
In dit verslagjaar werden drie algemene vergaderingen
van leden bijeengeroepen, respectievelijk op 31 mei,
28 juni en 22 november. De drie bijeenkomsten werden
in de Amstelkerk te Amsterdam georganiseerd.
algemene vergadering van ledendd 31 mei
De voorzitter heeft, naast de gebruikelijke agenda
punten, veel aandacht besteed aan het fenomeen
versnippering in de cultuur-monumentenzorg.
Natuurmonumenten slaagt erin zeer veel leden te
werven en een krachtige stem te laten horen bij de
beleidsbeslissers.
Hij pleit derhalve voor meer samenwerking en doet
verslag van de voortgang van het proces van samen
werking met de Vereniging Open Monumenten.
"Geen monumentenzorg zonder particulier initiatief,
luidde gisteren het thema op de studiedag van de
2 5 -jarige NCM, waarop vanuit het draagvlak weten
schap, bouwwereld en beheer de rol van het particulier
initiatief werd belicht. Meer dan 700 grote en kleine
organisaties zetten zich in voor de monumentenzorg.
Eén van de grootste is onze vereniging Bond Heemschut
met zijn elf actieve provinciale commissies en de twaalfde
commissie in Flevoland in voorbereiding. Een hechte,
goed geoliede, gezaghebbende organisatie, die steeds
bereid en in staat is te reageren op de vraagstukken, die
zich aandienen en krachtens zijn statuten open staat voor
iedere serieuze vorm van samenwerking, om ons doel of
de middelen om dat doel te bereiken te verwezenlijken.
De monumentenzorg in Nederland is niet mogelijk
zonder het particulier initiatief, maar of het anderzijds
nodig is om een lappedeken aan organisaties, die ideeël
of categoraal een bijdrage leveren aan deze zorg, in stand
te houden, wens ik te betwijfelen. De tendens van deze
tijd is toch samen te werken, sterkere organisaties te
ontwikkelen, in het maatschappelijk krachtenveld een
plek weten te veroveren om de schaarse beschikbare
financiële middelen en menskracht zo adequaat mogelijk
in te zetten. Ik ben mij ervan bewust, dat daarvoor
tradities en opvattingen soms geweld worden aangedaan
maar Part pour Part of wel 'het is altijd zo geweest in
Nederland en dat moet dan maar blijven' is naar mijn
wijze van zien niet altijd de juiste weg. Vandaar dat ons
bestuur zich de afgelopen tijd, zoals ik dat vorig jaar reeds
mededeelde, intensief heeft bezig gehouden met het
zoeken naar een vorm van samenwerking met de VOM.
3