EnschedeVliegveld Twenthe De Vliegbasis Twente bevat een aantal monumentale panden uit de tijd van de Duitse bezetting, gebouwd in de voor die tijd kenmerkende Deutsche Heimat Stil. Het betreft zowel manschappenverblijven als diverse opslagruimten. De provinciale commissie schaart zich achter de opvatting van de gemeentelijke monumentencommissie Enschede dat het hier een groep karakteristieke panden betreft, die bovendien op een voor militaire bouwwerken kenmerkende, gecamoufleerde manier in het landschap zijn geïntegreerd. De provinciale commissie heeft een brief laten uitgaan naar het gemeentebestuur van Enschede om haar standpunt kenbaar te maken. Genemuiden, Prinsensluis De provinciale commissie Overijssel verzorgde op 8 maart een druk bezochte thema-avond over De Prinsensluis en zijn omgeving. De avond werd bezocht door zo'n vijftig belangstellenden. Heemschut had de bijeenkomst georganiseerd in samenwerking met de Stichting Vrienden van Oud Genemuiden en de Stichting Stadswacht Genemuiden. Heemschut nam daarbij de gelegenheid te baat om een monumentale noviteit te introduceren: het Veneriete- district IJsseldelta, een monumentaal waterstaat district. Het is voor het eerst dat de Bond Heemschut voorstelt een gebied tot monumentaal district te maken. Het Veneriete-district dient, vanwege vele kenmerkende objecten en structuren, volgens de commissie Overijssel in zijn geheel als waterstaat monument te worden aangemerkt. Het gebied kan zich, met het museum Oude Stoomgemaal Mastenbroek als centrum, ontwikkelen tot een toeristisch-recreatief steunpunt van grote betekenis. In of bij het centrum zal culturele, educatieve en toeristische informatie verkrijgbaar zijn over de IJsseldelta in het algemeen en het Veneriete-district in het bijzonder. Heino, Museum Het Nijenhuis De provinciale commissie Overijssel bleef zich ook in 1996 verzetten tegen de uitbreidingsplannen voor museum Het Nijenhuis in Wijhe/Heino. De geplande nieuwe museumruimte moet volgens het College van Gedeputeerde Staten gesitueerd worden achter het kasteel. De commissie Overijssel is van mening dat van uitbreiding van Het Nijenhuis geen sprake hoeft te zijn. Mocht uitbreiding onvermijdelijk blijken (en daar lijkt het wel op), dan spreekt de provinciale commissie zich uit voor de zogenaamde 'boerderij variant'. Dit plan gaat uit van een nieuwe, half ondergrondse tentoonstellingsruimte gekoppeld aan één van de bouwhuizen aan het voorplein van het kasteel. Wel betreft het hier zoals gezegd een 'negatieve keuze'. Heemschut ziet het boerderijplan als 'minst bezwaarlijk'. De commissie Overijssel is zeker niet te spreken over het tweede plan, de zogenaamde paviljoen-variant. Beide plannen zijn van de hand van architect Gunnar Daan. Het paviljoen-plan voorziet in een in het landschap verzonken ruimte met een eigentijdse architectuur. Tevens is in deze optie sprake van een verbindingsbrug over de slotgracht, hetgeen betekent dat het publiek dóór het kasteel zal moeten worden geleid. Nog minder dan de boerderij-variant kan het paviljoenplan de goedkeuring van de provinciale commissie wegdragen. De monumentale uitstraling die zo kenmerkend is voor het Nijenhuis loopt volgens de commissie Overijssel met dit plan blijvende, niet meer te herstellen schade op. Heino, Den Alerdinck Vorig jaar werd de 3,6 kilometer lange zeedijk rond het landgoed Den Alerdinck II op de provinciale monumentenlijst geplaatst. Deze erkenning door de provincie van het 'aarden' monument werd mede bereikt dankzij de inspanningen van de provinciale commissie Overijssel. Om dit feit niet onopgemerkt voorbij te laten gaan, is in 1996 een informatie-paneel onthuld dat de bezoekers uitgebreide informatie biedt over het ontstaan en de geschiedenis van de zeedijk die voor het grootste deel 'bewandelbaar' is. Het informatiebord werd aangeboden door de commissie Overijssel en onthuld door de heer J. Dijkstra, Gedeputeerde van de provincie Overijssel voor de portefeuille zorg, cultuur, toerisme en onderwijs. Aanleg van de zeewaterkerende dijk was destijds noodzakelijk nadat als gevolg van de Zuiderzee vloeden van 1784,1814 en 1825 het water van de IJssel en het Zwartewater delen van het landgoed ruim een meter onder water zette. Daarom legde Bernard J. van Sonsbeeck(1772-1858), die sinds 1797 eigenaar was van havezathe en landgoed, een dijk aan die in 1830 voltooid werd. Bij hoogwater in 1883 en 1895 bewees de dijk zijn diensten en bleef het landgoed gespaard van wateroverlast. Tot de zeewaterkerende dijk behoren de Hogeweg, de Zeedijk, een gedeelte van de Grote Hagenweg, een gedeelte van de Zuthemerweg (voorheen Zandsteeg) en de Armjagers- dijk. De laatste dijk is vermoedelijk vernoemd naar Seine de Armenjager die in de 18de eeuw in de Hagen woonde en door de Marke was aangesteld om bedelende armen uit het schoutambt te verwijderen. Zwolle, Het Eiland De provinciale commissie was één van de partijen die zich heftig verzette tegen de plannen die het Zwolse gemeentebestuur voorhad met Het Eiland, nu nog een parkeerterrein. Er was een bouwplan opgesteld dat voorzag in de bouw van winkels, woningen en een parkeerkelder in twee lagen. Hoewel de oorspronke lijke plannen drastisch werden gewijzigd, bleven Heemschut en anderen zich verzetten tegen het nieuwbouwproject. Mede dankzij de inzet van de provinciale commissie Overijssel staan de plannen voor Het Eiland inmiddels op een laag pitje. De bedoeling was eind van 1997 met de bouw van start te gaan, maar het wordt ernstig betwijfeld of dit een haalbare kaart is. Zwolle, Nooterhof De Nooterhof in Zwolle is een demonstratietuin van allerhande gewassen, die misschien wordt opgenomen 18

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Jaarverslag 1912-1923, 1990-2014 | 1996 | | pagina 20