I Voorwoord
Het waken over het culturele erfgoed in Nederland,
de hoofddoelstelling van de Bond Heemschut, is een
culturele opgave.
De zorg voor het behoud van de monumenten in
Nederland is nog steeds zeer actueel en gaat met de
nodige inspanning gepaard, getuige de verslagen van
de provinciale commissies van onze Vereniging. Na
veel acties van de gezamenlijke instellingen op het
gebied van de monumentenzorg, onder regie van het
Nationaal Contact Monumenten (hierna NCM), is
het gelukt de zorg voor de meest bedreigde
monumenten die reeds zijn geïnventariseerd, in het
Strategisch Plan te verzilveren in de vorm van een
a fond perdu bedrag van 275 miljoen, dat door de
staatssecretaris, de heer drs. A. Nuis, op 6 december
in Abcoude is toegezegd. Er kan derhalve een begin
worden gemaakt met het inlopen van de achterstand
in het onderhoud en de restauratie van monumenten
in Nederland.
Het zou een begin kunnen zijn van een nieuw beleid,
namelijk: investeren in het Nederlandse culturele
erfgoed. Dit zou een normale taak van de overheid
moeten zijn en niet een steeds door veel acties
uiteindelijk tot stand gekomen éénmalige bijdrage,
hoezeer wij deze toezegging ook waarderen.
Heemschut heeft dit verslagjaar een bijdrage geleverd
aan de discussie en de besluitvorming omtrent de
afstemming van beleid en de taakverhouding tussen de
monumentenorganisaties in Nederland in het Tweede
Beraad van Zeist. Onze waakzaamheidsnota is
daarmede aanvaard en ons streven naar meer
samenwerking is vastgelegd.
Concreet betekent dit, dat er met de Koninklijke
Nederlandse Oudheidkundige Bond (hierna KNOB)
een permanente samenwerking tot stand komt en dat
het bestuur van het NCM wordt uitgebreid met alle
op nationaal niveau werkzame organisaties. Wij
hebben door middel van een Beleidsnotitie het beleid
van onze Vereniging voor de jaren 1997 tot en met
2000 aan de staatssecretaris kenbaar gemaakt.
In de Cultuurnota 1997-2000 zal de Tweede Kamer in
het najaar van 1996 het te voeren monumentenbeleid
van dit kabinet kunnen bediscussiëren en derhalve
onze bijdrage kunnen honoreren voor de komende
jaren.
Wij blijven waakzaam en zullen onze activiteiten en
acties ten behoeve van de instandhouding van het
culturele erfgoed in Nederland onder welk beleid dan
ook voortzetten. Allen, die daarbij ook dit jaar weer
belangeloos hun bijdrage hebben geleverd, zeg ik,
namens het bestuur, dank toe.
J. Franssen
voorzitter
2