IV Provinciale commissies GRONINGEN Samenstelling van de commissie - drs. H.R. Caderius van Veen, voorzitter - ir. P. Reijenga, secretaris - drs. J. Voerman, tweede secretaris - ir. L.W. Barneveld, technisch adviseur - S. Simon, PR-functionaris - drs. J.F.J. van den Broek - H. Leffers - drs. C.P.J. van der Ploeg - drs. H.B. Vos - R. Wobbes Mutaties in de commissie In de maanden september, respectievelijk oktober werd de commissie versterkt met de volgende leden: de heer dr. Ph.M. Bosscher (directeur van het Noordelijk Scheepvaartmuseum). Hij neemt als nieuwe secretaris de taak over van de heer J. Voerman en een deel van het werk van de heer ir. P. Reijenga. De heer ir. J. de Vries (oud H.I.D. Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in de provincie Drenthe) treedt toe als lid van de PC. De heer ir. P. Reijenga zal zich nu als technisch secretaris beperken tot de gevallenbehandeling. Vergaderingen In 1992 kwam de commissie zesmaal bijeen, te weten op 5 februari, 25 maart, 6 mei, 24 juni, 9 september, 28 oktober en 9 december. Naast de gevallenbehandeling heeft de commissie zich bezig gehouden met het verrichten van onderzoek naar de haalbaarheid van het oprichten van een bureau voor de PC, en met het bezetten van vacatures. Gevallen In bovengenoemde vergaderingen werden 15 gevallen behandeld, waarvan 6 reeds één of meer jaren lopen. Groningen, bebouwingsplan Westerhaven (vanafjan. '89) Discussie en correspondentie naar aanleiding van een rapport van het adviesbureau Kolpron-Redema (over detailhandel binnenstad, gericht op het Westerhaven- plan). Op 27 januari werd een informatie-bijeenkomst bijgewoond. Op 10 februari werd deelgenomen aan een discussie-bijeenkomst, en op 13 maart stuurde de PC een brief met bezwaren tegen het Westerhaven- plan en het Kolpronrapport. Groningen, Westerkerk, Kraneweg (vanaf maart '92) Op 12 maart verzoekt de PC de Westerkerk onder bescherming te brengen van de Monumentenwet. Groningen, nieuwbouw Rechtbank (vanaf maart '91) Op 24 maart gaat een brief uit naar de dienst Ruimtelijke Ordening, en op 24 juni wordt deel genomen aan een inspraakavond. Groningen, bebouwingsplan Grote Markt (vanaf jan. '89) Op 7 februari zendt de PC een brief met commentaar naar B&W. Op 15 september wordt deelgenomen aan een inspraakavond, en op 29 september wordt een brief verzonden waarin bij B&W bezwaar wordt gemaakt tegen het stedebouwkundig deelplan. Het bezwaar wordt als volgt geformuleerd. Na enkele gerealiseerde en nog geplande stedebouw- kundige ingrepen, die in conflict zijn met het stedelijk weefsel van onze stad, pleegt het College van B&W met het bebouwingsplan Grote Markt de zwaarste aanslag op de identiteit van Groningen en op het hart van de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden die daarin liggen besloten. Zonder respectabele redenen wordt de Grote Markt, het middelpunt van de als beschermd stadsgezicht aangewezen binnenstad, verminkt. Het gaat hierbij uitsluitend om eng-economische redenen, namelijk dat de gemeente 'in elk geval alle investeringen met betrekking tot de infrastructuur van de directe omgeving (inclusief de verplaatsing van het busstation) uit de projectopbrengst kan financieren.'. Dit betekent dat in de onderhandelingen met beleggers en ontwikkelaars een buitenproportioneel deel van onze openbare ruimte moet worden opgeofferd. Misleidenderwijs wordt dit financiële uitgangspunt als laatste in een reeks van vijf opgevoerd terwijl het als eerste en enige dient te worden vermeld. De overige zogenaamde uitgangspunten zijn niet of nauwelijks als zodanig aan te merken en bestaan voor een groot deel uit onduidelijkheden, evenals dat opnieuw het geval is in de toelichting van het thans voorliggende stedebouwkundig deelplan. Dit document is te wijdlopig, vervalt in herhalingen, bevat foutieve voorstellingen van zaken en onvolledige, soms ook in een onjuiste context geplaatste citaten uit de toelichting op het aanwijzingsbesluit tot beschermd 7

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Jaarverslag 1912-1923, 1990-2014 | 1992 | | pagina 9