2.
LEDEN
De ontwikkeling van de ledentallen in de laatste vijf jaren laat het
volgende beeld zien:
1986 1987 1988 1989 1990
Aantal leden aan het begin van
het contributiejaar
8214
8185
8091
7905
7714
Bij: nieuwe leden
536
418
516
430
534
Afafgevoerde leden
- 565
- 512
- 702
- 621
- 339
Aantal leden aan het einde
van het contributiejaar
8185
8091
7905
7714
7909
Daling/stijging van het leden
bestand
29
- 94
- 186
- 191
195
Hieronder volgt een overzicht van de diverse categorieën leden aan
het einde van het contributiejaar
1986
1987
1988
1989
1990
leden 30 tot 65 jaar
3564
3533
3419
3348
3457
43,7
Leden 65 jaar en ouder
3380
3320
3261
3185
3233
40,9
Leden tot 30 jaar
357
356
323
295
263
3,3
Donateurs/rechtspersonen
589
587
603
597
673
8,5
Overige leden
296
295
299
289
283
3,6
8185
8091
7905
7714
7909
100,
Uit de beide voorgaande overzichten blijkt dat het ledental, na
gedurende vele jaren, jaar na jaar, te zijn gedaald, in 1990,
vergeleken met 1989, weer is toegenomen (+195). Vele op het terrein
van de ledenwerving ontwikkelde activiteiten hebben ook in het
afgelopen jaar voor een behoorlijke groei van het aantal leden
gezorgd. De welkome verhoging van het totale ledental in 1990 ten
opzichte van 1989 moet echter vooral worden toegeschreven aan het
feit dat in 1990 belangrijk minder leden dan in voorgaande jaren het
geval was, hun lidmaatschap hebben opgezegd (339 leden in 1990 tegen
gemiddeld 600 leden in de vier voorafgaande jaren)
Voor deze ontwikkeling valt geen goede verklaring te geven. Evenmin
is duidelijk of het hier om een min of meer structureel, dan wel om
een toevallig verschijnsel gaat, dat in de komende jaren weer in zijn
tegendeel kan omslaan.
Ten aanzien van de verdeling van de leden over de diverse categorieën
deden zich in 1990, vergeleken met 1989, geen verschuivingen van
belang voor, behoudens met betrekking tot de donateurs/rechtspersonen
die van 7,7% in 1989 stegen tot 8,5% in 1990.
3