JAARVERSLAG VAN DE PROVINCIALE COMMISSIE ZEELAND.
Samenstelling van de commissie.
In 1990 was de samenstelling van de commissie als volgt.
drs. W.J. Plomp voorzitter
J. de Hoogh secretaris
P.A. Boot lid
W. Heybroek lid
ir. C.J. Keulemans lid
B. Oele lid
ir. J.L. van Sloten lid
P. van der Veen lid
De vergaderingen van de commissie worden regelmatig
bijgewoond door ir. R.M.Th. Adriaansens
technisch adviseur
voor Zeeland
en
drs. J.P.J. van der Haagen directeur technische
zaken van de Bond
Vergaderingen
De commissie kwam in 1990 één maal in reguliere vergadering
bijeen. In afwijking van de gebruikelijke vergaderplaats, de
Zeeuwse bibliotheek te Middelburg, werd deze keer vergaderd
in het gebouw van de Provinciale Planologische Dienst te
Middelburg.
Gevallen behandeling.
In het verslagjaar vormde de opdracht van het Provinciaal
Bestuur van Zeeland aan architect C. Dam te Amsterdam tot het
ontwerpen van een plan tot herinrichting van het Abdijplein
te Middelburg het belangrijkste onderwerp van beraad. Het
betreft een in Middelburg en ook daarbuiten gevoelige zaak.
In het hart van Middelburg vormt het Abdijplein een groot,
door de Abdijgebouwen fraai omsloten binnenplein, ook wel Hof
van Zeeland genoemd, bereikbaar door drie poorten.
Reeds eerder, na de geruchtmakende verbouwing van de
Statenzaal en enkele aangrenzende onderdelen van het
Abdijcomplex volgens een plan van architect Dam, deed het
Provinciaal Bestuur, dat in de Abdij zetelt, de toezegging
dat onder anderen met Heemschut tijdig overleg zou worden
gepleegd over de herinrichting van het Abdijplein.
Uit de provinciale commissie Heemschut werd een werkgroepje
onder leiding van de voorzitter geformeerd, dat deskundig
bijgestaan door prof. C.A. van Swigchem en de historicus M.P.
de Bruin zich uitvoerig heeft beraden over de voor
beoordeling van een door architect Dam te maken plan te
hanteren uitgangspunten en randvoorwaarden. Daarbij werd
tevens overleg gevoerd met de Stichting Vrienden van
Middelburg, die ook beducht was voor ongewenste aantasting
van de sfeer en de historische waarde van het plein.
32