8
G. Alberts te Deventer.
J. A. F. Thieme te Wijk bij Duurstede.
J. W. Hanrath te Hilversum.
M. Meijerink te Zwolle.
Dr. A. Ie Comte Jr. te Gouda.
H. G. Gentis te Leerdam.
J. Herman de Roos te Rotterdam.
Jan van der Valk te Tilburg.
Mr. C. G. J. Bijleveld te Nijmegen.
D. de Vries Lam te Groningen.
Mr. S. R. Bakker te Zierikzee.
G. Stapensea te Sneek.
J. B. de Beaufort te Goes.
Joh. C. Kerkmeijer te Hoorn.
J. A. van Dongen te Breda.
E. Janssens te Sluis.
Henri Polak te Laren (N.H.)
Mr. F. J. D. C. Egter van Wissekerke te Brielle.
BUITENLAND.
Van de buitenlandsche Heemschutlichamen werden geen mededeelingen ont#
vangen.
BINNENLAND.
De Heemschut=tentoonstellingdie van 19 Mei tot 15 Juni 1919 in het Stedelijk
Museum te Amsterdam werd gehouden, mocht zich in een druk bezoek vers
heugen. Den heer J. W. Gerhard, die haar organiseerde, komt daarvoor dank toe.
De Derde HeemschuUconferentie, die in het laatst van December 1919 had
zullen plaats vinden, moest door omstandigheden tot 9 en 10 April 1920 worden
uitgesteld. Het eere#comité bestond uit de heeren Dr. J. Th. de Visser, Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Ir. A. A. H. W. König, Minister
van Waterstaat, Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, Commissaris der Koningin in Noord#
Holland, Ir. J. W. C. Tellegen, Burgemeester 'van Amsterdam, Mr. A. R.
Zimmerman, Burgemeester van Rotterdam, Mr. J. A. N. Patijn, Burgemeester
van 's Gravenhage, Mr. J. P. Fockema Andreae, Burgemeester van Utrecht, Mr.
Dr. E. van Ketwich Verschuur, Burgemeester van Groningen, H. J. den Hertog,
Wethouder van Onderwijs te Amsterdam en W. de Vlugt, Wethouder van
Publieke Werken te Amsterdam. De conferentie werd geopend met een rede
door Prof. Dr. H. Brugmans. Daarna spraken de heeren: A. W. Weissman
over „Heemschut van 1913 tot 1920"; J. W. Gerhard over „Heemschut en
Onderwijs"A. van Erven Dorens over „Openlucht Musea"W. Kromhout
Cz. over „Heemschut, Standbeelden en Gedenkteekenen". Een rede van den
heer A. H. Wegerif Gzn. over „Heemschut en Gebouwen voor de Nijverheid"
werd, daar de spreker ziek was, door den heer D. F. Tersteeg voorgelezen^