8
BINNENLAND.
Ofschoon ook in dit jaar de tijdsomstandigheden voor Heemschut niet gunstig
waren, nam het getal der leden en der buitengewone leden toe en kon veel werk
worden gedaan.
Toen uit vele streken des lands berichten inkwamen, dat, wegens het te verwach#
ten gebrek aan brandstoffen in den winter, overal boomen werden geveld, zoodat de
schoonheid des lands ernstig bedreigd werd, zond Heemschut een verzoek aan den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel om op maatregelen ter beteugeling
van dit kwaad aan te dringen. Niet lang daarna kwam het ontwerp der „Boschwet"
bij de Tweede Kamer in. Op dit ontwerp werd evenwel een amendement ingediend
om het behoud van „natuurschoon" daaruit te verwijderen. Daar, werd dit amen#
dement aangenomen, de wet voor Heemschut haar beteekenis zou verliezen, stelde
de le Secretaris zich in verbinding met ons bestuurslid Dr. J. Th. de Visser. De
redevoering door hem in de Tweede Kamer der Staten#Generaal gehouden heeft
er zeker veel toe bijgedragen, dat het ontwerp ongewijzigd is aangenomen. In de
Eerste Kamer der Staten#Generaal openbaarde zich, blijkens het voorloopig verslag,
veel verzet tegen het wetsontwerp. Daar heeft ons bestuurslid EdoJ. Bergsma er voor
in de openbare zitting gepleit; mede daardoor is ook hier de aanneming geschied.
Toen het ontwerp tot wet was geworden verzocht de Minister van Landbouw,
Handel en Nijverheid Heemschut om, zoodra zou zijn gebleken, dat door een
voorgenomen of reeds begonnen velling het natuurschoon bedreigd werd, daar#
van mededeeling te doen aan het Staatsboschbeheer te Utrecht, opdat dit een kap#
verbod zou kunnen uitlokken. Aan dit verlangen is voldaan en dank zij het
optreden van het Staatsboschbeheer is heel wat schoonheid gered.
Toen bekend werd, dat Burgemeester en Wethouders van Baarn aan den raad
dier gemeente voorstelden, om, ten einde brandhout voor den winter te verkrijgen,
boomen te doen vellen, werd door ons bestuurslid de heer D. F. Tersteeg een
onderzoek ter plaatse ingesteld. Hem bleek, dat in het algemeen het vellen geen
schade aan de schoonheid zou toebrengen. Alleen de Heemstra#laan diende onver#
anderd te worden behouden. Een adres aan den raad werd gezonden, om op het
sparen der bedreigde boomen aan te dringen, doch zonder het gehoopte gevolg.
Nu werd aan het Staatsboschbeheer bericht gezonden, dat langs minnelijken weg
het behoud der boomen wist te verkrijgen.
De fraaie boomen van het landgoed „Valkenburg" aan de Steeg onder Rheden
werden door een kap verbod gered. Het gelukte echter niet voor de laan van het
landgoed „Engelenburg" onder Brummen een kapverbod te verkrijgen.
Wel werden de boomen te Zierikzee, staande om de St. Lievens# of Monsterkerk
gered, terwijl ook een laan onder Schelluinen, die met de brug over het kanaal
van Steenenhoek, de kerk en de mooie pastorie een prachtig geheel vormt, door
een kapverbod kon worden behouden. Ook op de boomen langs den rijksweg
onder Rosmalen, die vroeger reeds door het optreden van Heemschut waren
gespaard, doch die de eigenaars nu wilden vellen, werd een kapverbod gelegd,
gelijk ook op de Donkere Laan onder Zeist. De boomen om de kerk te Loppersum
konden langs minnelijken weg worden behouden. Op de boomen van het landgoed