8
Het gelukte niet het opgaand geboomte van het landgoed Groot'Ravestein
te Geldermalsen te redden.
Burgemeester en Wethouders van Haarlemmerliede en Spaamwoude besloten,
om de zoogenaamde „Schoonheidscommissie", die zij in 1915 hadden ingesteld,
en die zeer goed werkte, reeds na een half jaar weder op te heffen. De Burge#
meester verklaarde, dat hij het opheffen der Commissie zeer betreurde, doch
het niet had kunnen tegenhouden, daar de twee wethouders de commissie
niet langer wenschten.
Toen het landgoed „Nieuw Soerel" te Nunspeet verkocht zou worden, heeft
Heemschut daarop de aandacht van de Vereeniging tot behoud van Natuur#
monumenten gevestigd. Het landgoed werd door het Rijk gekocht.
Aan een verzoek van het Gemeentebestuur van Sloten in Friesland, om zijn
adressen ter verkrijging van subsidie voor het herstellen van de twee Water#
poorten aldaar te steunen, werd voldaan.
Aan den Commissaris der Koningin in Gelderland werd geschreven om hem
te verzoeken, te willen bevorderen, dat de schakelhuisjes in die provincie een
beter uiterlijk zouden verkrijgen, dan die te Geldermalsen en te Zevenaar. Dit
verzoek had ten gevolge, dat de Provinciale Electriciteits#Maatschappij in Gel#
derland, erkennende dat de bedoelde huisjes niet aan de eischen, die de
schoonheid stelt, beantwoorden, aan den architect G. Versteeg te Arnhem het
ontwerpen van verder te bouwen huisjes opdroeg. Hierdoor is aan den wensch
van Heemschut voldaan.
Toen uit Kampen werd vernomen, dat er voor de omgeving der Bovenkerk
aldaar gevaar dreigde, omdat men de boomen wilde vellen ten einde ruimte
te krijgen voor een overdekte Botermarkt, werd aan den Gemeenteraad een
adres gericht. De Botermarkt werd, gelukkig, elders geplaatst.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden deelden mede, dat de Raad
dier gemeente besloten had een „Hoogere Schoonheidscommissie" in te stellen,
waarop beroep zal kunnen worden gedaan van advies der „Plaatselijke Schoon#
heidscommissie". Tevens verzochten zij Heemschut, een der drie leden dezer
Commissie aan te wijzen. De heer A. W. Weissman werd door het Dagelijksch
Bestuur als lid der Commissie aangewezen.
Toen uit Dordrecht het bericht kwam, dat een schilderachtige molen te
Zwijndrecht zou worden gesloopt, werd een onderzoek ingesteld. Het bleek,
dat in de onmiddellijke nabijheid van den molen een fabriek zou worden
gebouwd. Daar derhalve in ieder geval het fraaie gezicht, dat de molen op#
leverde, verloren zou gaan, werden geen pogingen tot behoud gedaan.
Klachten, over de weinig fraaie transformatorenhuisjes, in de provincie Noord
Brabant gebouwd, gaven aanleiding, dat Heemschut zich wendde tot de Pro#
vinciale Noord#Brabantsche Electriciteits#Maatschappij. Verwacht mag worden,
dat de verder te bouwen huisjes een beter uiterlijk zullen krijgen.
De pogingen, gedaan om het bosch te Elspeet, dat verkocht werd, te be#
houden, hadden het gehoopte gevolg, daar het in eigendom aan het Rijk
overging.
Aan den Gemeenteraad van Haarlem werd een adres gezonden, om hem te