9
De boomen van den Stationsweg te Baarn, die dreigden geveld te worden
bleven door de bemoeiingen van den Bond gespaard; het gelukte echter niet,
de boomen om de kerk te KerktAvezaath te redden.
Een schilderachtige molen te Huizen, door de gemeente aangekocht, zou
worden gesloopt. Aanvankelijk scheen het, dat de molen zou kunnen behou?
den blijven. Het gemeentebestuur bleek bereid, den molen te verhuren, als de
som, voor de herstelling benoodigd, door Heemschut werd voorgeschoten.
Reeds was men met het bijeenbrengen van dat bedrag bezig, toen de mede?
deeling kwam, dat de herstelling het dubbele der eerste raming zou vorderen,
waarom het gemeentebestuur had besloten, den molen aan de Vereeniging het
Nederlandsch Openluchtmuseum te Arnhem aan te bieden.
Het vellen der boomen aan de oostzijde van den Binnendijk te Monniken
dam werd door het optreden van Heemschut voorkomen. Daarentegen had
een poging, gedaan om het vellen der boomen in de Nieuwstraat te Medem=
blik niet te doen geschieden, geen gunstige uitkomst.
De voorgenomen wijziging der grondbelasting, die, werd zij tot wet, voor het be?
houd der schoonheid van Nederland zeer bedenkelijke gevolgen zou hebben, gaf
aanleiding tot overleg met de Vereeniging tot behoud van Natuurmonumenten.
Als lid in een commissie, die Burgemeester en Wethouders van Huizen ad?
viseert omtrent de eischen van welstand, aan nieuw te stichten gebouwen te
stellen, werd door Heemschut aangewezen de heer D. F. Tersteeg.
Een verzoekschrift werd aan het gemeentebestuur van Soest gezonden, om
aan te dringen op het behoud der beplanting bij het verbreeden van den weg
van het station naar Soesterberg. Hierop werd een gunstig antwoord ontvangen.
Aan den gemeenteraad van Zuidlaren werd verzocht, de havezathe Laarwoud,
door de gemeente aangekocht, tot openbare wandelplaats te bestemmen; aan
dit verzoek zal worden voldaan.
Een poging, gedaan om het bouwen van een consistoriekamer aan de kerk
te Bloemendaal zóó te doen geschieden, dat het uiterlijk aanzien van dit in
1636 gesticht gebouw niet geschaad werd, had als gevolg, dat de met het ont?
werpen belaste architecten tot medewerking bereid bleken, voor zoover de eischen
der kerkvoogden dit toelieten.
De watersnood, waardoor verschillende streken van Nederland in den nacht
van 13 op 14 Januari 1916 geteisterd werden, gaf Heemschut aanleiding, aan
de besturen der door den ramp getroffen gemeenten een brief te richten,
om er op te wijzen, dat bij het herbouwen der verwoeste huizen ook met
de eischen van den welstand rekening diende te worden gehouden.
Vooral voor verscheidene gemeenten in Waterland, welke door vreemdelingen
worden bezocht, is het van groot belang, dat de karakteristieke schoonheid
niet te loor gaat.
Heemschut mocht te dezer zake de zeer op prijs gestelde medewerking onder?
vinden van den heer J. H. Faber, civiel?ingenieur, die de Watersnood?com?
missie als technisch?adviseur ter zijde staat.
De werkzaamheden van Heemschut konden uit den aard der zaak tot dusver
slechts een voorloopig karakter dragen. Maar nu Waterland weldra weder