7
lager bouwkunskonderwijs achterwege blijft, meenen anderen, dat het geven
van hulp aan personen, die eigenlijk als ontwerpers onbevoegd moeten worden
beschouwd, verkeerd is.
Ook de gemeentelijke verordeningen, die van het voldoen van eischen van
welstand gewagen, vinden geen instemming bij hen, die voorstanders zijn van
volstrekte vrijheid bij het bouwen. Echter wint meer en meer de meening
veld, hoe juist die vrijheid veroorzaakt, dat veel stadsgezichten een zoo onbe*
vredigenden indruk geven.
Door een brief uit Alkmaar werd de aandacht van Heemschut op de restau?
ratie van de kerk te Egmond aan den Hoef gevestigd, die door den heer
W. Hamer te Amsterdam zou worden bekostigd. De le Secretaris is daarop
met den heer Hamer .naar Egmond aan den Hoef gegaan en heeft hem omtrent
de restauratie van advies gediend. De herstellingen hebben zich tot het strikt
noodzakelijke bepaald. Nu de kerk weder in gebruik is genomen heeft zij
geheel haar oud karakter behouden.
De burgemeester van Enkhuizen vestigde de aandacht van Heemschut op
den bouwvalligen staat, waarin de Dromedarisstoren aldaar verkeerde. Een
verzoek aan het Rijk om subsidie voor de herstelling van dit gedenkteeken
werd door den Bond gesteund.
Uit Naavden kwam een klacht omtrent de groote ontsiering, die de rekken
voor de electrische verlichting, tegen de gevels van het schilderachtig stadhuis
aangebracht, opleveren. Burgemeester en Wethouders beloofden „den personen,
wien dit aangaat, een ontwerp met begrooting voor het wegnemen der rekken
te laten maken; zij vertrouwden, dat de raad de gelden, voor de uitvoering
noodig, beschikbaar zou stellen". Tot dusver zijn echter de rekken nog niet
verwijderd. Daarentegen liet het gemeentebestuur den ouden lindeboom naast
het stadhuis onlangs zonder eenige noodzakelijkheid vellen.
Heemschut heeft de pogingen gesteund, die gedaan werden om het „huis
met den sconen gevel" aan de Markt te Groningen onveranderd te behouden.
Deze pogingen zijn echter niet met de gewenschte uitkomst bekroond.
Beter slaagde men bij het behouden van den Munttoren te Deventer, die
verkocht werd. De nieuwe eigenaar zal dit schilderachtig gebouw instand
houden.
In September van 1913 werd uit Limburg bericht ontvangen, dat wegens
het aanleggen van een electrische tramlijn, de boomen langs den grooten weg
van Maastricht naar Vaals zouden worden geveld. Heemschut richtte een adres
aan den Minister van Waterstaat, om op het behoud der boomen aan te dringen.
Het zuiden van Limburg toch heeft weinig beplanting en daarom vooral zou
het verdwijnen dezer boomen zeer te betreuren geweest zijn. De leden der
Eerste Kamer Haffmans en Michiels van Kessenich en het lid der Tweede
Kamer Ruys de Berenbrouck waren aanstonds bereid, het verzoek te steunen
en zoo mocht Heemschut van den Minister van Waterstaat het verblijdend
bericht ontvangen, dat de boomen zouden worden gespaard.
Uit Edam kwam bericht, dat de toren der voormalige Lieve Vrouwekerk,
de zoogenaamde „Speeltoren" zich in een zoo slechten staat bevond, dat vrees