De gemeente Nijmegen heeft in haar politieverordening bepalingen tot het
tegengaan van ontsierende reclames opgenomen. Den gemeenteraad van Rot#
terdam bereikte een voorstel van zijn leden P. G. Buskens, Dr. A. H. M. J.
van Rooy en G. van Bleek, om maatregelen te treffen tegen „ontsiering der
stad door wanstallige of opdringend leelijke reclames". Dit voorstel werd om
advies in handen gesteld van de „Commissie voor de Strafverordeningen", die
de aanneming van het voorstel ontraadt, zonder echter overtuigende redenen
voor haar meening aan te voeren. Dit advies heeft aan Heemschut en een
vijfentwintigtal andere lichamen aanleiding gegeven, om in adressen aan den
Gemeenteraad van Rotterdam daartegen op te komen en om aanneming van
het voorstel te verzoeken.
Het bestrijden van ontsiering door reclames is niet voldoende, om de schoon#
heid van Nederland te behouden. Getracht moet worden, om te voorkomen,
dat, wat nieuw gebouwd wordt, de omgeving ontsiert. Een krachtig middel,
om dit doel te bereiken zou zijn, als de gemeentebesturen de vergunning tot
bouwen afhankelijk stelden van het voldoen aan zekere eischen van schoon#
heid, ter beoordeeling eener commissie van daartoe bevoegden. In sommige
gemeenten geschiedde dit reeds, doch alleen voor zoo ver betreft het bouwen
op gronden, die van de gemeente in eigendom of erfpacht verkregen waren.
Doch dit jaar heeft de gemeente Laren (N. H.) aan haar bouwveror#
dening een bepaling toegevoegd, die in alle gevallen het voldoen aan eischen
van schoonheid als voorwaarde voor het verleenen van een vergunning tot
bouwen stelt. Deze verordering heeft de goedkeuring van het hooger gezag
verkregen, en is onlangs in werking getreden. Alle gemeentebesturen van Ne#
derland kunnen dit voortreffelijk voorbeeld volgen, en zoo medewerken om
ontsiering tegen te gaan.
Hoe noodzakelijk dergelijke bepalingen zijn, is in het afgeloopen jaar geble#
ken. In Juni 1912 werd aan Heemschut bericht, dat een tegen de St. Michaels#
kerk 'te Zwolle aangebouwd huis, dat door zijn eenvoudig laat achttiende
eeuwsch karakter goed bij dat gedenkteeken paste, tot winkel zou worden
verbouwd, en dat die verbouwing, zoo door de daarvoor gekozen vormen als
door de materialen, dreigde het geheele stadsgezicht te bederven. Heemschut
heeft toen getracht, met alle middelen, die het ten dienste stonden, deze ontsie#
ring te voorkomen. Het bouwtoezicht erkende, dat het stadsgezicht, werd het
ontwerp uitgevoerd, bedorven zou worden. Daar echter de Zwolsche verorde#
ning van het voldoen aan eischen van schoonheid niet gewaagt, kon de
bouwvergunning niet geweigerd worden.
Ongeveer terzelfder tijd kreeg Heemschut bericht, dat het gemeentebestuur
van Gaasterland aan het schilderachtig raadhuis te Balk, van 1615 dagteekenend,
een stuk wilde laten aanbouwen, dat, blijkens het'ontwerp, een ontsiering van
het geheel zou zijn. Twee bestuursleden hadden een onderhoud met den bur#
gemeester. Zij toonden aan, hoe de nieuwe vergrooting gemaakt zou kun#
nen worden, zonder aan de schoonheid te schaden. De burgemeester bleek
zeer welwillend, doch de raad besloot, het ontwerp onveranderd te doen
uitvoeren.