11
Tot 4. Het tegengaan van ontsierende reclames zal een der voornaamste be#
moeiingen van den Bond zijn. Hij zal trachten, gedaan te krijgen, dat door de
wet aan deze steeds meer toenemende ontsiering paal en perk worde gesteld,
daar juist de schoonste punten voor reclame#doeleinden worden gebruikt. In
afwachting van die bepalingen zal de Bond het publiek er op wijzen, dat de
reclamemakers, die toch de gunst van dat publiek zoeken, door het bederven
der schoonheid van stad en land zich die gunst onwaardig maken, zoodat hun
welbegrepen belang vordert, naar andere middelen te zoeken om hun doel
te bereiken.
Tot 5. Niet minder belangrijk zal de bemoeiing van den Bond zijn in zake
het stichten van bouwwerken, die aan de eischen der schoonheid voldoen. Reeds
bestaan in enkele groote gemeenten „Schoonheidscommissies", waarvan invloed
ten goede uitgaat. Daar echter die commissies uit den aard der zaak slechts zeer
beperkt in getal zullen kunnen zijn, stelt de Bond een „Schoonheidsraad" in,
welke zijn diensten overal verleent, waar dit noodig is. De taak van dezen Raad
zal zijn, adviezen te geven omtrent alles wat van invloed kan wezen op de
schoonheid van stad en land. De Raad zal door het Dagelijksch Bestuur van
den Bond, dat voorgelicht wordt door de Correspondenten, om advies gevraagd
worden, waarna dit Bestuur dat advies ter kennis brengt van wien het aangaat.
Ter beschikking van den „Schoonheidsraad" zal de noodige bezoldigde
technische hulp worden gesteld.
Het Dagelijksch Bestuur brengt de instelling van den „Schoonheidsraad" ter
kennis van alle openbare bestuurslichamen, die voor zulk een kennisgeving in
aanmerking komen.
De „Schoonheidsraad" zal, indien dit noodig blijkt, Gewestelijke Commissies
aan het Bestuur ter benoeming voordragen. De taak dezer Commissies zal
overeenkomen met die, welke door de „Schoonheidscommissies" in de groote
gemeenten moet worden vervuld.
De „Schoonheidsraad" zal niet slechts advies geven ten opzichte de stichting
van gebouwen, maar ook omtrent verandering in aanzien van het landschap en
bij wijziging of uitbreiding eener bebouwing.
In het afgeloopen jaar is slechts een gedeelte van het programma tot uit#
voering kunnen komen. Het beschermen van bestaande schoonheid, het tegen#
gaan van ontsierende reclame, en het zenden aan de pers van mededeelingen
tot voorlichting van het publiek, ziedaar hetgeen waartoe Heemschut zich
moest bepalen, omdat de geldmiddelen het uitvoeren der andere punten van
het programma niet toelieten.
Wel konden enkele voordrachten gehouden worden, doch het was onmogelijk,
de technische, wetenschappelijke en populaire voordrachten, waarvan het pro#
gramma spreekt, en waardoor het publiek de schoonheid der omgeving moet
leeren kennen en waardeeren, zoo te organiseeren, als ter bereiking van het
doel wenschelijk zou zijn geweest. Tot het instellen van den „Schoonheids#