onder de jaloerse blikken van Europese concurrenten, met
een bij elkaar geraapt aantal mensen, waaronder er waren,
die zich maar liever niet meer in het vaderland lieten
zien ja dat was een avontuur!
Wel beschikte men over enige gegevens en kaarten, zoals
b.v. het hoofdwerk van de Zuid-Nederlander Petrus Plan-
cius, de beroemde leerling van Mercator: „Nova exacta
terrarum orbis tabula geographica et hydrographica" ver
schenen in 1592, de „Spieghel der Zeevaerdt" van Waghe-
naer, de „Tresor der Zeevaerdt" en het „Enckhuyser Zee-
vaerdtboek" alle drie verschenen bij Cornelis Claesz. te
Amsterdam. Blijkens door de Staten van Holland verleende
octrooien werden verbeteringen en vernieuwingen aan de
Zeevaartinstrumenten en kaarten aangebracht. Bij thans
vergeleken stak men echter toch slechts zeer pover voor
bereid in zee. En al beschikte men ook over berichten van
andere reizigers, die ons in de tropen vóór waren geweest,
men kon zich toch nauwelijks een voorstelling maken van
wat daarginds te wachten stond. Het is dan ook niet over
dreven te spreken van een avontuur. Moeten we er ons nu
voor schamen, dat het daarbij niet volgens onze huidige
ethische begrippen toeging? Al was dat avontuur dan wel
ruw, de wereld heeft er de belangrijke, merkwaardige en in
menig opzicht mooie stad, die Batavia het tegenwoordige
Djakarta voor alle bevolkingsgroepen, welke daarin thans
wonen, geworden is, aan te danken. En moeten we dan geen
bewondering hebben voor de man, die op de nog jonge
leeftijd van even in de dertig, de volle verantwoordelijkheid
voor dit waarlijk grootse avontuur op zich neemt? Jan Pie
terszoon Coen, die de eerste Gouverneur Generaal, Pieter
Both, roemde als: „een eerlijck ende godvreesent jonckman,
seer modest van leven, zedig ende van goeder aert, geen
dronckaert, niet hoovaerdig, seer bekwaem in den raed, in
't stuck van coopmanschap ende het boeckhouden hem wel
verstaende."
Deze uitspraak doet ons begrijpen, dat lang niet alle com-
pagnie's dienaren uitmuntten in de daarin geroemde eigen
schappen. Dit maakte het Coen, die van het begin af aan niet
10