tegenwoordige „kasteel" en vertoont een langgerekte gevel van één verdieping met twee risalieten. In het zich in het midden bevindende gebogen fronton bevindt zich het wapen van proost Cauwenberg (f 1718). De beide hoekpartijen zijn met een driehoekig fronton gedekt. In het Noorden werd de kloosterhof afgesloten door de tussen 1720 en 1725 gebouwde, georiënteerde fraaie barokke zaalkerk. Als bouwsteen is ook weer in hoofd zaak baksteen gebruikt. De versieringen zijn van mer gel. De kerk is gedekt met leien en draagt aan de west kant een houten daktoren. De tegenwoordige blinde gevel heeft kennelijk vroeger aangesloten op de meer naar het N. doorgetrokken kloostervleugel. Deze gevel wordt thans gebroken door een nis met een beeld van St Gerlach. Boven de ingang in de lange noordzijde van de kerk treft men de wapens der bouwers aan: proost F. van Pelt (17181728) en priorin I. F. de Raveschoot van Capelle (1721-1733). Het interieur vertoont een tongewelf van pleisterwerk, terwijl de zijmuren door de Weense schilder Schöpf „al fresco" beschilderd waren met 10 taferelen uit het leven van St Gerlach. Kort na 1872 zijn deze helaas door onbevoegde herstellers bedorven. Toen is de kerk voor rekening van de bekende industriëel Petrus Regout ge heel opnieuw geschilderd. Bij die gelegenheid zijn tevens diens portret en zijn familiewapen aangebracht. Dit laat ste in de absis tussen de wapens der beide reeds ge noemde stichters. Het fraaie altaar heeft in de roodmarmeren onderbouw een witmarmeren tombe met verguld ornament en wordt geflankeerd door twee bijzonder mooie houten barokke engelen. Midden in de kerk staat de houten graftombe van de H. Gerlach in de vorm van een praalbed met een draagaltaar (1783). Na de inwijding van de kerk verrezen de fraaie dienst gebouwen ten Z.O. van de woning van de proost. Deze zijn geschaard om een rechthoekig binnenplein en heb ben gebogen hoeken en mansarde daken. Zij worden toegeschreven aan de reeds meer genoemde bekende 89

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 99