78 was verreweg de belangrijkste, niet in 't minst wegens de prachtige Romaanse kerk met de beroemde krocht. Voor de geschiedenis van de bouwkunst is het bovendien van groot belang geweest, dat de bouwgeschiedenis van die kerk nauwkeurig beschreven staat in de „Annales Ro- denses". Dit beroemde middeleeuwse handschrift behan delt de stichting der abdij en haar ontwikkeling van 11041157. Het is wegens de vele zijdelingse gegevens welke het bevat, bovendien uiterst belangrijk voor de gewestelijke historiografie. Uit dit geschrift vernemen we dan, dat de eerbiedwaardige hoogadellijke priester Ail- bertus van Antoing, leraar aan de stiftsschool te Door nik, met zijn beide broers op de roepstem des Heren gaat zoeken naar de plaats, welke hem in een droom gezicht werd getoond en waar hij een heiligdom moest stichten. Zo komt Ailbertus terecht bij graaf Adelbert van Saffenberg, toen wonende op zijn burcht te Rode (vgl. hfdst. VI). Ter plaatse waar thans crypt en pries terkoor van de abdijkerk liggen, valt hij dan dankend op de knieën, omdat hij er de gezegende plek erkent. Eerst heeft dan de oprichting plaats van een houten noodkapel, in 1106 gevolgd door een stenen koor. Dit wordt echter op aandrang van Embrico, een rijk edel man, die zich met zijn familie bij Ailbertus gevoegd had, vervangen door de tegenwoordige crypte. De inwijding had plaats op 13 December 1108, in tegenwoordigheid van een schaar van hooggeplaatste geestelijken, alsmede van graaf Adelbert en zijn zoon Adolf, die daarbij tevens de nodige grond ten geschenke gaven. Wegens onenigheid met Embrico over de verdere bouw, verliet Ailbertus Rode in het jaar 1111 en stichtte het klooster van Claire Fontaine (bij Laon). Pas in 1130 is daarop onder abt Fredericus het priesterkoor voltooid en met een stenen gewelf gedekt, terwijl de muren van het overig deel der kerk toen slechts tot manshoogte waren opgetrokken. Nu vorderde de bouw wat vlugger, zodat in 1138 onder abt Johannes de overwelfde kruis- beuk gereed kwam en in 1143 onder abt Erpo drie tra- veën van het schip, waarvan twee overwelfd. De stro-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 84