HOOFDSTUK I
DE BODEM
Hoewel het eigenlijk niet in het kader van dit werkje
ligt ons te begeven op het gebied van de geologie, reali
seren wij ons dat het algemene aspect (landschap, bouw
materiaal, mijnbouw) zodanig door de bodem wordt
beheerst, dat een korte geschiedenis hiervan niet kan
worden gemist. Enig inzicht hierin zal zowel de lezer
als de bezoeker bovendien nog beter doen beseffen, dat
Zuid Limburg in alle opzichten uitzonderlijk terrein is.
Het zal een ieder duidelijk zijn dat men vanwege de
hoge daaraan verbonden kosten niet zonder bijzondere
redenen de geschiedenis van de bodem na zal gaan.
Men moet al de aanwezigheid van delfstoffen vermoe
den of naar water zoeken, willen boringen gerechtvaar
digd zijn. In Zuid Limburg heeft men behalve een uit
gebreide activiteit in deze richting ook nog als studie
materiaal gehad de talrijke groeven voor zand, grint,
mergel en klei. Op deze wijze was het mogelijk zich een
goed beeld te vormen van de grote veranderingen waar
aan de bodem in dit gebied onderhevig is geweest.
Zoals men weet, deelt de geologie de geschiedenis der
aarde in tijdperken in. Deze worden gekenmerkt door
een eigen flora en fauna. De grote veranderingen in de
bodem zelf waren het gevolg van gebergtevorming, dan
wel van een wijziging in de verdeling van land en
water.
De tijdsduur welke verlopen is sedert het begin der
vorming van de stollingskorst, wordt geschat op 2000
millioen jaar. Pas 1000 millioen jaar geleden, in een
periode welke Algonkium genoemd wordt, schijnt er
plantenleven gekomen te zijn. Overblijfselen van de
oudste dierenwereld worden ook in dit tijdvak gevon
den.
Het oudste gesteente nu, dat in Zuid Limburg aangetrof
fen werd, is het steenkolengebergte, het Karboon. Dit
9