tainebleau bemiddelde ter bijlegging van geschillen met
keizer Jozef II. De Staten stonden daarbij, met uitzon
dering van Cadier en Oost, al hun bezittingen in het
land van Daelhem af, in ruil voor Oud Valkenburg,
Strucht, Schin op Geul, Schaesberg, aanspraak op Elslo
en het klooster van St Gerlach te Houthem.
Laat ons thans kasteel en stad Valkenburg nader be
kijken. Aangezien Jhr Dr E. van Nispen tot Sevenaer
in deel 20 van deze serie reeds een uitvoerige beschrij
ving gaf van de burcht, krimpen wij de onze wat in.
De 35 m hoge berguitloper, waarop het slot werd ge
bouwd, vormt een rechthoekige driehoek, waarvan de
top ligt tussen de uitmonding van het droogdal, waar
de Daelhemerweg door loopt en het Geuldal. De basis
van de driehoek is een in de mergel uitgekapte droge
gracht, welke thans genoemd wordt de Dwingelweg.
Het voorfront van het hoofdgebouw ziet uit op het
stadje en is dus gelegen langs de opstaande zijde van
de driehoek, evenwijdig met het Geuldal. In het ver
lengde van de basis en van de punt, liepen en lopen
gedeeltelijk nog, twee ongeveer evenwijdige stadsmuren,
welke door een (thans geheel verdwenen) langs de Geul
gebouwde derde muur, werden verbonden. In het mid
den van deze muur bevond zich ter hoogte van de
Grote straat de Geulpoort, terwijl de nog bestaande
Berkel- en Grendelpoorten gelegen zijn op de plaatsen,
waar de evenwijdige muren de berg beklimmen.
De opgang naar het kasteel voor voertuigen bevond zich
buiten de Grendelpoort, ter hoogte van hotel „de grot
van Lourdes". Het thans doodlopende straatje heet
„Kasteelgats". Hier passeerde men de eerste poort.
Rechts van de stijgende weg lagen de stallen en boer
derijgebouwen. Onder de ingestorte Wolftoren maakte
de weg via de tweede, de z.g. Dwingelpoort, een scherpe
hoek naar links, om verder te stijgen langs de binnen
zijde van de nog aanwezige ringmuur. Deze laatste be
staat uit een schildmuur met door bogen verbonden
verzwaringen en loopt evenwijdig met de reeds eerder
gemelde Dwingelweg. Bij de boven de Berkelpoort ge-
71