door de Geul begrensde gebied van de proostdij Meers-
sen. De Geul moet toen door de Engelbertstraat gelopen
hebben.
Ondanks de mislukte aanslag waren ook voor Valken
burg zelf de dagen geteld. Reinoud wenste niet te vol
doen aan Brabant's vredesvoorwaarden om de veste te
ontmantelen. Hierop volgde de grondige verwoesting
van 1 Mei 1329, na een beleg van 9 weken. Reinoud
trok zich terug op zijn burcht te Montjoie, alwaar hij in
1333 tijdens een beleg sneuvelde.
Daarop was het Reinoud's tweede zoon Dirk IV (1333
1346), door de kroniekschrijver Hemricourt even rid
derlijk en vechtlustig als zijn vader genoemd, die de
strijdbijl weer opgroef om het verlorene terug te winnen.
Een oorlog tussen Brabant en Vlaanderen om het bezit
van Mechelen in 1334, bood al dadelijk een prachtige
gelegenheid om de aartsvijand in de rug aan te vallen.
Het resultaat was een volledige schadeloosstelling plus
de toewijzing van de heerlijkheid Eijsden, die afkomstig
was uit de Limburgse erfenis. Wel moest Dirk voortaan
leenhulde aan Brabant bewijzen.
Het moet deze Dirk geweest zijn, die niet alleen het
kasteel van Valkenburg fraaier dan ooit tevoren in
gothische stijl liet herbouwen, doch die tevens de nieuwe
ommuring deed verrijzen, waarvan thans nog gedeel
ten over zijn. Indachtig de belegering van 1327 is toen
ongetwijfeld ook de Geul verlegd naar de tegenwoordige
zuidelijke arm. Zij kon daardoor tevens fungeren als
stadsgracht. Hierop aansluitend werden vervolgens
langs de oost- en westmuur ook grachten aangelegd
(Grendel- en Berkelweyer).
De heer van Valkenburg voelde zich nu weer sterk en
verklaarde bij het begin van de honderdjarige oorlog
(1337), zelfs de oorlog aan de koning van Frankrijk!
Na gesneuveld te zijn in de slag van Vottem (1346)
werd Dirk opgevolgd door zijn broer „Jehan de Faulke-
mont, 1'interpride avonturier". Het was de laatste man
nelijke telg die onbestreden over Valkenburg heerste.
De onbloedige erfopvolgingsstrijd heeft geduurd van
66