54
de indruk 11e eeuws te zijn. In de 17e eeuw werden de
schipmuren in baksteen verhoogd, een nieuw rechthoe
kig koor gebouwd, het vierkante torentje toegevoegd,
alsmede de beide ruimten met kruisribgewelven over
kluisd. Het keienmuurwerk en het omblokte thans dicht
gemetselde rondboogdeurtje in de noorderkoorwand
wijzen er op, dat het oorspronkelijke zaalkerkje moge
lijk toch ook reeds een koor heeft gehad. De oorspron
kelijke rondboogvenstertjes van het schip zijn eveneens
dichtgemetseld 1)
Te Nyswylre is het oude schip in 1905 door Dr Cuypers
driebeukig verlengd. Deze bouwmeester restaureerde
eveneens de kerk van Klimmen (1904) met toevoeging
van een transept en een nieuw koor. De toren is ver
moedelijk wat jonger dan het 11e eeuwse middenschip.
Hij is niet van kolenzandsteen, keien en Kunrader blok
ken opgetrokken zoals dit, doch van mergelsteen. Dit
laatste en de vierkante vorm maken hem weer karak
teristiek voor de streek en de tijd. De ontwikkeling van
de kerk te Schinnen uit het oorspronkelijke uit dz 1100
daterende eenheukige vlak gedekte kerkje heeft door de
eeuwen heen geleidelijk plaats gehad. Van de vier ge
ledingen, waaruit de vierkante toren bestaat, zijn alleen
de benedenste twee oorspronkelijk. In het metselwerk
komen zelfs hier en daar Romeinse pan- en tegelstukken
voor, alsmede een Korintisch-Romeins kapiteel uit de
2e of 3e eeuw.
Hebben we enerzijds gezien, dat het oorspronkelijke
zaalkerkje geen toren had, anderzijds zijn er voorbeel
den van, dat de kerk werd aangebouwd tegen een weer
bare toren, zo genoemd, omdat hij in tijden van nood
als schuilplaats diende. De kenmerkende eigenschappen
hiervan zijn de smalle zich naar binnen verbredende
1) De N. en de Z. koorwand zijn in 1938 afgebroken ten be
hoeve van een dwarspand te weerszijden. Overigens is er veel
rumoer om dit kerkje geweest i.v.m. de in 19461948 door Aad
de Haas aangebrachte neo-romaanse muurschilderingen. De
kruisweg moest daarna op bisschoppelijk bevel worden ver
wijderd.