53
nen. Het hing af van de al of niet aanwezige ontwikke
ling van het dorp, in hoeverre tot verbouwing en ver
groting moest worden overgegaan. Dat daarbij het uiter
lijk vaak werd opgeofferd aan het interieur, kan niet
meer dan betreurd worden. Zo Schin op Geul. De kerk
aldaar, welke reeds genoemd wordt in 847 (zie boven)
en in 931 een afzonderlijke parochie was, is volgens
details van het oorspronkelijke breuksteenmetselwerk
en van eveneens nog oorspronkelijke venstertjes, ook qua
bouwwerk ouder dan het jaar 1000. In de 16e, 18e en
deze eeuw hebben echter dergelijke verbouwingen plaats
gehad, dat de sublieme proportie, waar de oude kerkjes
door uitmuntten, geheel verloren is gegaan. Wel heeft
men door toevoeging in 1768 van de vierkante mergel
stenen westtoren met achthoekig ingesnoerde spits, het
oorspronkelijke karakter nog enigszins trachten te
redden.
Te Mesch, Holset, Wahlwylre en Nyswylre bestaan de
kerkjes nog steeds uit een eenbeukig schip. Dat van
Mesch is verreweg het oudste van Zuid Limburg. Het
dateert reeds uit de 9e eeuw, hetgeen wordt opgemaakt
uit de toepassing van het „opus spicatum" in de kolen-
zandstenen muren. Dit soort metselwerk van Romeins
karakter vond in die tijd toepassing. Omstreeks 1300
werd het mergelstenen koor toegevoegd, terwijl in 1888
architect J. Kayser aan het schip een vierde travee aan
bouwde en de reeds eerder ingestorte toren (9e eeuw)
volgens het oude model hiertegenaan en dus meer west
waarts, opnieuw optrok.
Dezelfde architect verbouwde ook het door keizer Lo-
tharius III in 1136 gestichte kerkje van Holset. Hier
vinden we weer het rechthoekige schip met een iets
smaller rechthoekig koor. De midden 19e eeuw ver
hoogde vierkante toren dateert vermoedelijk eveneens
uit de 12e eeuw. Het is te betreuren, dat de kenmerken
der oudheid in verschillende opzichten geweld zijn aan
gedaan.
Te Wahlwylre maakt het metselwerk van het onderste
gedeelte van het van ruwe kalkstenen opgetrokken kerkje