HOOFDSTUK IV HET DORP In hoofdstuk II hebben wij gelegenheid gehad ér op te wijzen, dat de archaeologie ons leert, dat ongeveer 3000 v. Chr. de tot dusver nomadisch levende volksstammen zich gingen vestigen om de grond te bewerken en dat ook Zuid Limburg van dat ogenblik bewoond is ge weest. Het dorp was geboren. Aangezien het oudheid kundig bodemonderzoek in Zuid Limburg pas aan het begin staat, is van de verspreiding der dorpen in onze streek in de oertijd nog niet veel bekend. Stein werd door ons reeds genoemd als een dorp, dat van de Nieuwe Steentijd tot heden steeds bewoond is geweest. Doch ook vele andere dorpen gaan ongetwijfeld tot de oertijd terug. Er zijn hiervoor twee aanwijzingen. Ten eerste de veel voorkomende plaatselijke benaming Kamp. In Stein was deze gebonden aan het Steentijddorp, in Eslo liggen de Omaliënhutten in de nabijheid van een plaats, „-kamp" genaamd, terwijl in Urmond de weg welke naar de hutten loopt, Kampweg heet. Op de tweede plaats is het een opvallend feit, dat bijna in alle plaatsen in ons gewest prae-historische artefacten gevonden worden. Men raadplege slechts de lijst van Habets 1) en de ver schillende musea. Als herinnering aan de stam der Sunici worden be schouwd de plaatsnamen Schinnen, Schin op Geul, Schinveld en Schimmert. In dit laatste dorp zijn ook inderdaad late ijzertijdhutten opgegraven. Tenslotte wijzen de namen Vijlen, Wylre, Wahl- en Nys- wylre op een Romeinse Villa. Bij zulk een villa behoor den steeds de hutten van vele horigen, waardoor ook een dorp ontstond. Met de Romeinen schijnen de Sunici als gevolg van de volksverhuizing verdwenen te zijn. Van het midden der 5e eeuw is er alleen nog maar sprake van de Franken. Zie literatuurlijst, hfdst. II. 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 41