37
Walem en de Goudsberg naar Valkenburg. Ook op de
Goudsberg stond een Romeinse sein- of wachtpost, terwijl
het pad hier bovendien „Steenstraat" heet (fig. 14).
Van het St Josephinstituut te Valkenburg liep de weg
vermoedelijk in rechte lijn verder naar de Lindenlaan
ter hoogte van het postkantoor. Hier draaide de baan
naar het Zuiden en liep via de Kerkstraat in 1500
nog Steenweg genoemd naar de Daelhemerweg,
waarvan het eerste stuk vroeger „Alde Straet" geheten
moet hebben. De Geulovergang bevond zich destijds in
de Kerkstraat ter hoogte van de Engelbertstraat. Zoals
we in hoofdstuk V zullen zien, is de Geul pas na 1334
verlegd naar de tegenwoordige Z.-bedding. De Kerk
straat vormde bovendien oorspronkelijk de grens tussen
Houthem en (Oud) Valkenburg. Vermoedelijk via de
Konijnsgracht (Konings?-gracht) besteeg de weg de
Cauberg en leidde via de Achterstraat te Vilt en de
Veestraat naar Berg. Langs de Bergerstraat, welke te
Scharn Heer van Amby scheidt, werd vervolgens Maas
tricht bereikt. Hoewel gelegen aan de belangrijke Maas
overgang schijnt deze stad toch pas in de 4e eeuw om
muurd te zijn in verband met de reeds besproken op
richting der linie Boulogne-Keulen.
Aangezien bewezen kon worden, dat van Valkenburg
ook door het Geuldal via Houthem een Romeinse weg
gelopen heeft, is de mogelijkheid geopperd, dat deze tot
stand kwam als gevolg van de herziening van het wegen
net tijdens de regering van keizer Trajanus (98117).
Van hem is bekend, dat hij wegen liet omleggen om te
sterke hoogten te ontgaan. De Cauberg was zulk een
hoogte! De op Rondenbos bij station Houthem-St Ger-
lach reeds in de 19e eeuw blootgelegde sterkte, deed
zulks reeds lang vermoeden. Die wachttorens hadden
een rechthoekige plattegrond van 9 X 12 m en een dub
bele mergelwand, opgevuld met veldkeien. Eromheen
lag een aarden wal met palissadering.
Van de secondaire wegen Aken-Maastricht en Aken-
Tudderen (naar Xanten), liep de ene via de Sneeuw
berg, Lemiers, Vijlen, Gulpen, Scheulder, Bemelen en