27
was 24 m lang, 5.20 m breed en opgebouwd geweest
van palen en vlechtwerk.
Tenslotte kan niet onvermeld blijven, dat op meer dan
één plaats naast ijzerslakken stukken cokes gevonden
werden. Is hiermede bewezen, dat het niet de Rolducse
monniken waren, die voor 't eerst kolen exploiteerden?
In ieder geval andermaal een interessant gegeven.
Degene die er nu nog niet van overtuigd zou zijn, dat
het een dwaling is te geloven, dat Zuid Limburg in de
prae-historische tijden niet of slechts spaarzaam bewoond
was, zij er ten overvloede op gewezen, dat de 2000 jaar
lange beakkering van de vruchtbare löss de oorzaak is
van het feit, dat in tegenstelling tot de meer noordelijk
gelegen zand- en heidegronden, hier maar weinig urnen
zijn gevonden. Ook de overal verspreid liggende vuur
steenartefacten en scherven bewijzen het tegendeel.
Fig. 5: Bandkeramiek.