22 getroffen: grote en kleine kloppers, drukkers, messen, zeislemmetten, zagen, krabbers, pijlspitsen, harpoenen en boren. De maalstenen en de Schuhleistenkeile, welke laatsten mogelijk dienden om het aardewerk te polijsten, waren vervaardigd uit harde zandsteen. Merkwaardig is het geheel ontbreken van tekenen van godsdienst. Wel trof men een stukje aardewerk aan, dat men aanziet voor Fig. 3: Stenen Fig. 4: Maalsteen, pijlpunt. een arm van een idool, omdat het nergens anders onder te brengen is. Tenslotte, last but not least, het aardewerk. Dit was als regel versierd met hoek- of spiraalvormige banden. Men onderscheidde een zacht gebakken ruw en dik soort met knopjes en uitsteeksels, en een hardergebakken glad en dun soort, rijk aan versieringsmotieven, aangebracht op de weke ongebakken klei. De pottenbakkerij legt getuige nis af van een rijp gevoel voor kunst en van een zekere mate van geestelijke ontwikkeling. Gevonden afdrukken van tarwekorrels in scherven en ook in huttenleem ge ven daarbij vermoedelijk een antwoord op de vraag, wanneer en door wie die graansoort hier werd inge voerd (fig. 5). Ook nog tot het neolithicum behoort het paalwoning complex te Caberg, dat C. Ubaghs in 1885 blootlegde. Het vertegenwoordigt een uitloper van de z.g. West- Europese cultuur, welke 2400 v. Chr. tot Zuid Lim burg doordrong. Dat ook het laatste cultuurstadium van het Neolithicum, de z.g. Bekercultuur, vanaf 2000 j. v. Chr. niet aan

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 22