versiering daarvan. In België zijn hun sporen het eerste gevonden in het plaatsje Omal, in verband waarmede de bandkeramiek aldaar bekend staat als Omaliëncultuur. Het was de arts H. J. Beckers uit Beek, die, vanaf 1925, met het blootleggen van een aantal hutcomplexen te Stein en omgeving, aantoonde, dat ook Nederland vanaf het zittend worden der volkeren bewoond is geweest1). Alvorens hutten en inhoud nader te bekijken, willen we eerst het totaalbeeld naar voren halen. De heer Beckers vond te Stein twee groepen van resp. 48 en 11 hutten. De eerste bevond zich op de plaats van de tegenwoordige dorpskern, de andere buiten de kom en ook buiten de kilometers lange dubbele omwalling met grachten, waar- e.-m l-ms.-m. 5.-m. y Binnen gracht BINNEN BUITEN Fig. 2: Profiel wallen van Stein. van nog gedeelten aanwezig zijn en welke bekend stond als de Landweer. Genoemde arts heeft bij zijn opgra vingen nagegaan of deze landweer hiermede in verband kon staan. Eerst moest worden bewezen, dat de wallen niet gediend konden hebben tot begrenzing der oude heerlijkheid, zoals algemeen werd aangenomen. De aan dachtige bestudering ener grensomschrijving uit 1663 leidde tot de slotsom, dat de heren van Stein oorspron kelijk een bestaande afbakening als grens hadden aan genomen, welke overigens niet overal gevolgd is. Wat de Frankische en vroegere tijdperken betreft, werd de zaak moeilijk gemaakt door de continuïteit der be woning, die in Stein zo duidelijk aan de dag treedt. 1) Dr Bijvanck dateert het begin der verspreiding van de band- ceramiek op 2500 v. Chr. (aankomst in ons land 2300 v. Chr.) en de bloeitijd van de cultuur der Hunnebedden op omstreeks 2000 v. Chr. 19

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 19