Toen in 't jaar 2980 voor Chr. met de installatie van
het Godkoningschap te Memphis, de derde dynastie aan
de regering was gekomen en daarmede in Egypte het
Oude Rijk een aanvang had genomen, was de grondslag
gelegd voor de bouw van de machtige pyramides.
Het was in dezelfde tijd, dat vrijwel over de gehele
wereld de volkeren van het nomadenleven overgingen
tot een meer geregeld leven. De mens koos zich een vaste
woonplaats en begon de grond te bewerken. Het gevolg
was, dat de verschillende stammen in cultureel opzicht,
ieder afzonderlijk, een eigen onafhankelijke ontwikke
ling door gingen maken. Vanaf dit ogenblik spreken
we van „voorgeschiedenis". Zij wordt verdeeld in het
Neolithicum of de Nieuwe Steentijd (30001800 v.
Chr.) 1), de Bronstijd (1800800 v. Chr.) en de Ijzer
tijd, onder te verdelen in Hallstatt en vanaf 450 v. Chr.
La Tène.
HOOFDSTUK II
GETUIGENISSEN UIT DE VOOR
GESCHIEDENIS
Bij het begin van het neolithicum vestigde zich in Zuid
Limburg, aangetrokken door het vruchtbare lössplateau,
een volksstam, welke vanuit de Donaulanden (meer in
het bijzonder uit Bohemië en Moravië), o.a. langs Rijn
en Maas was komen afzakken. Uit de gedane opgravingen
blijkt, dat we hier te maken hebben met het oudste cul
tuurvolk op Nederlandse bodem. De invasie der Hunne-
bedbouwers in het Noorden heeft pas 1200 jaar v. Chr.
plaats gehad. In de vakliteratuur staat de stam bekend
als die der Bandkeramikers, zo genoemd naar het door
hen vervaardigde aardewerk, of liever naar de wijze van
x) Behalve te Rimbrug, waar een stenen vuistbijl gevonden
werd (Museum Kerkrade) volgens prof. Oppenheim een
unicum in Nederland - zijn geen voorwerpen uit de oude steen
tijd met zekerheid gedetermineerd. De vuistbijl kan tot 200.000
jaar oud zijn.
18