18e eeuwse architectuur beschouwd kan worden, komt er een lange periode, welke aan nieuwe bouwwerken niets heeft opgeleverd, dat het noemen waard is. De eerste wereldoorlog bracht pas een kentering. Tevens zou nu blijken, dat het vroegere wingewest Limburg, ook in cultureel opzicht, vast aan Noord Nederland geklonken was. De invloed van Berlage (beurs Amsterdam) deed zich hier onmiddellijk gevoelen. De eerste grote bouw- gebeurtenis vormt het station te Maastricht, verrezen in 1914 op destijds nog Meerssen's grondgebied. Hoewel het moet doorgaan voor Hollandse renaissance, is het toch volkomen eigentijds geworden. Architect was Ir Van Heukelom uit Utrecht. Het architectenbureau Marres en Santheuvel is toen begonnen met de nieuwere vormen, gevolgd door Swin- kels en Wielders, terwijl Boosten en Peutz zich iets later meer toelegden op de moderne architectuur, zoals die in Noord Nederland opbloeide. Boosten begint met de Koepelkerk bij het station te Maastricht, een moderne centraalbouw, die echter nim mer gereed kwam. Dan volgt de kerk te Bleyerheide met hoge gewelfpartijen. Jonas maakte er de glazen. Een op merkelijke compositie vertoont de wel iet of wat phan- tastisch aandoende kerk te Kerensheide bij Stein. Zij is ongetwijfeld geïnspireerd op de vele Zuid Limburgse burchten. In Margraten wordt de oude dorpskerk op moderne wijze vergroot door een nieuw schip dwars op het oude te zetten met behoud van de toren. Alles goed van pro portie met glazen en schilderingen van Schoonbrood. Opmerkelijk is ook, dat Boosten meestal via het bestek wist te bewerken, dat onmiddellijk schilderingen wer den aangebracht. Hierdoor werd het mogelijk deze een belangrijke plaats in het geheel toe te kennen. Voor beelden hiervan zijn de zeer fraaie kerken te Beek- Genhout en bij de Heksenberg te Heerlen. Beiden hebben schilderingen van Charles Eyck en ramen van Nicolas. Overigens vertoont de bouw Romaanse reminiscensies 151

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 173