ming tot een zakelijk, sociaal of godsdienstig doel blijkt dan de enige mogelijkheid tot redding. De rest zal tot puin vervallen Voor wat die industrie betreft, deze concentreert zich aanvankelijk vnl. te Maastricht. Het door de nieuwe grenzen van zijn achterland beroofde Vaals geeft nog slechts een nabloei te zien van zijn lakenindustrie, zodat er in 1817 al een kamer van koophandel werd opgericht. Het platteland bleef voorlopig onberoerd. Hierin kwam pas verandering bij de opkomst van de vreemdelingen industrie, doch vooral bij die van de mijnbouw tegen het einde van de 19e eeuw. Concentreert de eerste zich voor namelijk in Valkenburg, waar in 1885 de eerste V.V.V. van het land wordt opgericht, de laatste zou een hele streek tot bloei brengen, ja geheel Zuid Limburg. Tegen woordig worden de mijnwerkers tot uit Vaals en Eijsden elke dag per autobus gehaald en gebracht. Heerlen werd in enkele tientallen jaren van een onbetekenend land- bouwdorp tot een van leven bruisende stad. In 1895 had het 5.523 inwoners en op 1 Januari 1948 56.868 inwo ners! Kerkrade, Hoensbroek, Brunssum volgden, terwijl sedert het in bedrijf komen van de Staatsmijn Maurits in 1925, ook Geleen en omliggende gemeenten de vruchten plukken van de nieuwe bestaansmogelijkheid. Het gevolg was een geweldige opleving van de bouw nijverheid. Het is alleen te betreuren, dat de bouwkunst in het begin dezer eeuw nog op een dieptepunt stond en uitbreidingsplannen op het platteland onbekend waren. Het kunsthistorisch zo interessante Heerlen is daardoor grondig bedorven en doet nu „Amerikaans" aan. Men tracht er thans een nieuw modern centrum te scheppen rond het nog nader te bespreken ultra moderne raad huis. Dit geschiedt toevalligerwijze ter plaatse van het oude Romeinse centrum! Laat ons thans in beknopte vorm bekijken, wat die bouwnijverheid aan kunstproducten van vermoedelijk blijvende waarde heeft geschapen. Nadat in 1849 de neo-klassisistische rechtervleugel van Rolduc gebouwd was, welke nog als een nabloei der 150

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 172