voorburcht in de 19e en 20e eeuw aanmerkelijk gewij zigd en uitgebreid en sedert 1921 in gebruik als missie huis. De 27 m brede gracht tussen onderste en bovenste slot werd daarbij helaas gedempt. Via een langzaam stijgende houten brug met balancerend laatste gedeelte, kwam men aan de reeds genoemde nog bestaande 4 m hoger gelegen indrukwekkende rechthoekige poorttoren van het Bovenste slot. Dit van mergel opgetrokken ge bouw bezat een muurwerk tot 14 m boven de water spiegel. De aanwezige schietgaten vertonen ronde ver wijdingen in het midden (kanonnen). Westelijk van deze poorttoren, iets naar achter, staat de kleine of Rode Toren. Hij is rond van vorm, bekleed met baksteen en doet met zijn 14 m lengte weinig onder voor de na te bespreken grote toren. De grondverdieping diende als gevangenis en is gedekt met een gewelf van mergelsteen. Aan de andere zijde werd de poorttoren geflankeerd door de Puttoren. Deze is slechts tot op de hoogte van het voorplein bewaard gebleven. De put is tien meter diep. Via een open pleintje en een doorgang langs enkele vroegere dienstgebouwen, die het pleintje naar het Zui den afsloten, komt men op het grote slotplein. Dit wordt beheerst door de grote of Witte toren, welke op het meest zuidelijke punt van de vesting, onmiddellijk tegen de ringmuur, is geplaatst. Dit machtige ronde bouwwerk is tot aan de kantelen bewaard gebleven en 21 m hoog, waarvan 5 m beneden het niveau van het voorplein. De 3 m dikke muren bestaan uit een buiten- en binnen- bekleding van mergel, gevuld met een beton van kalk en breuksteen. Dat we hier te maken hebben met een echte donjon of weertoren blijkt uit het feit, dat de enige ingang 6 m boven het voorplein ligt (de tegenwoordige gelijkstraatse doorbraak is van later tijd). Pas later is een houten traptorentje tegen de grote toren aangebouwd. De be nedenverdieping, die dus 11 m hoog is en tot gevan genis diende, was ook slechts door een opening in het gewelf uit de bovenverdieping bereikbaar. De bo- 141

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 161