dat de oude in 1489 was vernield om een bende rovers
te verdrijven, die zich er al in 1485 van hadden meester
gemaakt. De tegenactie van de heer van Flodrop werd
toen zelfs door de stad Maastricht gesubsidieerd. De
toren is opgetrokken in breuksteen en meet ongeveer
10 m in het vierkant. De muren zijn ruim 2 m dik. In
wendig bevindt zich een tongewelf van mergel, terwijl
het vertrek hierboven troggewelven vertoont. Een vier
kante spits bekroont hem.
Het eenvoudige bakstenen woonhuis met de beide lage
vooruitspringende vleugels is pas in de eerste helft van
de 18e eeuw gebouwd; blijkens een alliantiewapen in
een gevelsteen door de echtelieden de Bounam de Mof-
farts. De enige versiering bestaat uit hardstenen banden
en omlijstingen. De kapel bevond zich in de linker
zijvleugel (rijke stuczolderingIn 1950 werd Rijck-
holt gemeentelijk bezit.
Richten we thans onze schreden naar 't reeds genoemde
STEIN. Hier vinden we een bijzonder interessante
burchtruïne van het z.g. burchtheuveltype. Dit type, dat
we ook reeds in Wynandsrade zijn tegengekomen, houdt
het midden tussen een waterburcht en een bergslot. Het
kasteel ligt op een hoogte in het dal van de Ur, welke
uit het Oosten komt en bij Urmond in de Maas stroomt.
De bouw op zulk een hoogte was noodzakelijk, omdat
het dal hier eng is en men toch een overwicht moest
verkrijgen op het omringend hoogland; dezelfde hoge
diluviale Maasrand, die de voorhistorische mens reeds
als woonplaats had uitgezocht en die uitzicht biedt over
de Maasvallei tot bezuiden Maastricht.
Volgens Jhr Dr E. van Nispen tot Sevenaer (zie deel 20
van deze serie)hebben we hier te maken met een oor
spronkelijk achthoekig grondplan, dat later is verbroken
door de uitbreiding met een lager gelegen poort met
twee torens. Pater Munsters zegt evenwel in zijn kasteel-
gids, dat het poortgebouw tot het oorspronkelijke kasteel
behoort. In ieder geval is het niet juist, dat deze poort
de z.g. „Witte poort" zou zijn, welke van Valkenburg
leenroerig was. Deze Witte poort was de toegang tot de
139