huis gebouwd. Het materiaal van de toren is breuksteen en mergel. Ten Z. en ook ten N. van de toren bevindt zich een groot vertrek met een bakstenen tongewelf 1600). Het gedeelte van de hoektoren in het N.W. bevat een koepelgewelf van mergel, terwijl van de ronde toren in het Z.W. nog slechts de onderbouw aanwezig is. Van de hoektoren in het Z.O. tenslotte, is ook nog vrij veel over. Hier weer een bakstenen koepelgewelf en een dito tongewelf onder aansluitend muurwerk. Zelfs zijn nog de omlijsting en zijstukken in Naamse steen van een 15e eeuwse gothische schoorsteen te onderkennen. Het landhuis werd gebouwd door de broer van A. A. Gadiot, die de door de advocaat B. G. J. Cruts gescha pen ruïne in 1833 had gekocht. De familie Gadiot bezit het landgoed nog steeds. Ten Z. van Gronsveld vinden we de vrije Rijksheerlijk heid RIJCKHOLT. Volgens de Belgische historicus de Rijckel is dit staatje van Gronsveld afgescheiden inge volge een deling tussen de in 1145 en 1148 genoemde gebrs. Philippe en Winand van Gronsveld. Daarvan daan, dat de heren van R. steeds „homo ligius" zijn geweest van de heren van Gronsveld. Overigens noem den eerstbedoelden hun heerlijkheid een zonneleen, dus totaal onafhankelijk, zodat aan de Keizer zelfs geen Turkengeld verschuldigd was. Omstreeks 1434 komt Rijckholt door huwelijk in het geslacht van Flodrop. Aangezien de graaf van Flodrop zich in de 16e eeuw aansloot bij de prins van Oranje, nam Philips II de heerlijkheid in 1558 in beslag. Deze toestand duurde tot 1590. In 1596 had daarop de ver koop plaats aan Herman van Lynden. Na enkele malen snel van eigenaar veranderd te zijn, kwam Rijckholt in 1683 door aankoop in het bezit van J. M. de Bounam, pandheer van Gulpen en Margraten. Diens nakomelingen zijn tot ver in de 19e eeuw eigenaars van het kasteel gebleven. Voor wat de bouwgeschiedenis betreft hebben we hier andermaal te maken met een oorspronkelijke woontoren. De tegenwoordige is een herbouw, uitgevoerd kort na- 138

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 158