bereiken we het burchthuis. Dit werd in het midden der
17e eeuw op oudere (11e eeuwse?) zandstenen grond
slagen (o.m. een kelder met schietgaten) in baksteen
gebouwd voor rekening van Dr G. von Stücker, gen.
Hochstetter, syndicus van de Akense schepenbank. Het
bestaat uit een rechthoekig huis met hoogopgaand tent
dak en een vierkant torentje tegen de voorgevel (voor
heen een woontoren?). Tevens werd kort daarop het
fraaie westelijke deel van de hoeve met de (onlangs in
gestorte) vierkante toren op de buitenhoek opgetrok
ken (1678). In 1687 liet von Stücker's dochter Adelaïde
Lemiers na aan haar tweede echtgenoot J. W. von Bre-
wer gen. von Fürth. Diens nakomeling Caspar Joseph
(17281783) was het vervolgens, die het complex ver
der liet uitbouwen en moderniseren. Het burchthuis
werd voorzien van een U-vormige voorbouw met een
poortje in de frontvleugel. Deze laatste vertoont aan de
zijde van de binnenplaats een arcade met drie bogen op
twee renaissancezuilen. De meeste oude tussendorpel-
vensters zijn toen ook vergroot. Tevens werd de boerderij
naar 't Z.O. verlengd en wel met de grote z.g. „Heren-
schuur" tiendschuur). Opmerkelijk hiervan is de
grootse kelder met haar vier kruisribgewelven op mid
denpijler, gebouwd met het oog op het oorspronkelijke
plan om er een brouwerij in te vestigen. De schuur wordt
geflankeerd door een uitspringende ronde hoektoren met
knobbelspits en schietgaten.
Door het huwelijk van Caspars dochter Antoinette met
Anton van Pelser Berensberg van Oud Valkenburg
kwam Lemiers in 1807 in handen der familie, die het
vervallen kasteel in 1945 als zijnde Duits bezit weer
kwijtraakte. Door de Nederlandse Kastelenstichting
wordt thans voor restauratie gezorgd.
De behandeling van enkele belangrijke 18e eeuwse hui
zen te Vaals valt buiten het bestek van dit hoofdstuk.
Wel dient nog even melding te worden gemaakt van
„kasteel" Vaalsbroek, gelegen aan de weg naar Holzet.
Het is een in 1761 door de Akense koopman en bankier
J. A. de Clermont uitgevoerde herbouw, bestaande uit
129
9