toenmalige heer, Jan I van Bronckhorst, tegenover keizer Karei V had inname van de burcht tot gevolg en leen roerigheid aan Brabant's hertog, heer van 's Hertogen- rade. Het was in de dagen, dat Karei oprukte tegen de hertog van Kleef, Gulik en Gelder en daarbij de be kende afstandsverklaring van Gelder afdwong. Bij de in 1949 uitgevoerde grenscorrecties zijn slot en dorp Rimburg weer verenigd. De grens werd hier ver legd van de Worm naar de spoorlijn Aken-Dusseldorf, zodat het fraaie Wormdal geheel Nederlands gebied geworden is. Rimburg is ook historisch een belangrijke burcht, om dat zij de brug over de Worm in de heerbaan resp. han delsweg Maastricht-Keulen beheerste. In hoofdstuk III zagen we reeds, dat het dorp Rimburg een Claudische nederzetting was. De aan de overzijde van de Worm gelegen burcht dateert in haar oudste delen uit de 12e eeuw. Het was de hoofdzetel van de verwantschapsgroep der Mulrepas. In 1275 wordt de toenmalige eigenaar, Willem van Mulrepas, beleend met het drostambt van het hertogdom Limburg. Deze Mulrepas was echter tevens roofridder. Toen de kooplieden zich hierover bij de hertog beklaagden, kregen zij geen gehoor. Daarop wendden zij zich tot de hertog van Brabant. Deze ver zamelde in 1278 te Maastricht een leger en nam het slot na zware strijd in. De versterkingen werden daarop grotendeels geslecht. Jan van Heelu dichtte er over: (versregel 1078 e.v.) dat hi engeen Onrecht noch onmate En sal doeghen op die strate Tusschen der Mase enten Rine Daer leden nochtan scade ende pine Tsertoghen liede van Brabant Daer bi toech hi int lant van Limborch, ende woude dat wreken, Ende dede Rincberge neder breken, Een riddersborch, hiet Mulrepas, 122

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 140