lijker met het twee verdiepingen hoge poortgebouw,
voorheen met valbrug, en de uitspringende torentjes met
schietgaten op de twee buitenhoeken.
Onder de hoofdbank Heerlen lagen behalve de reeds
behandelde, nog verschillende andere kastelen, waaraan
niet voorbijgegaan kan worden.
In de eerste plaats hebben we dan de drie kastelen van
VOEREND AAL. Vroeger lagen er in dit dorpje zelfs
minstens een half dozijn. Het belangrijkste hiervan is
kasteel Cortenbach, een groot leen van Valkenburg met
een eigen laatbank. Van 16821872 was het in het
bezit van de baronnen de Lamberts de Cortenbach.
Het tegenwoordige kasteel is eigenlijk een herenhuis,
midden 17e eeuw in renaissancestijl opgetrokken en in
de 18e eeuw verbouwd. Van het middeleeuwse slot zijn
slechts nog over twee (15e eeuwse?) ronde torens met
enige aansluitende stukken walmuur, alles van Kunrader
kalksteen.
Neen, de charme van Cortenbach zit hem in de schilder
achtige 17e eeuwse slothoeve. Gescheiden van het kasteel
door een tussengracht, vertoont ze de gebruikelijke U-
vorm. Op de beide hoeken staan echter forse vierkante
hoektorens, waarvan de zuidelijke, welke overhoeks ge
plaatst is, de inrijpoort bevat. Hierboven het alliantie
wapen de Lamberts-Aspremont-Lynden (1725). De ge
fatsoeneerde torenspitsen, de omblokte rondboogdeuren
en de tussendorpelvensters completeren de indruk, dat
we hier te maken hebben met een der beste voorbeelden
der typisch Zuid Limburgse bouwstijl. De bouwheer,
generaal baron de Schnetter, legt er alle eer mee in en
dit ondanks het feit, dat het oorspronkelijke ontwerp
vier torens telde, waarvan er een in 1864 afbrandde.
Het omgrachte riddermatige huis „Puth" is een 18e
eeuws rechthoekig gebouw onder mansarde-zadeldak.
Het werd in baksteen opgetrokken met gebruikmaking
van resterend 16e eeuws mergelstenen muurwerk. De
16e eeuwse rechterzij gevel vertoont ook hier de zo
typisch laat-gothische boogfries. De vensters met tus-
sendorpels in de eveneens 16e eeuwse achtergevel zijn
116