afdeling zijn overdekt met tongewelven van mergel, de
tweede is door een gordelboog verdeeld in twee traveën,
die met gothische ribgewelven op zeer gedrukte Tudor-
bogen gedekt zijn. Vermoedelijk hebben we hier te
maken met de vroegere huiskapel. De muren van lagen
kolenzandsteen en vuursteen doen een hogere ouder
dom vermoeden dan de bovenbouw. Deze is van mergel.
Het overigens eenvoudige rechthoekige huis beheerst
een enorme binnenplaats, geheel omgeven door bakste
nen bedrijfsgebouwen. Een ervan is 50 m lang.
Het fraai gelegen „kasteel" Vliek te ULESTRATEN is
zoals we zagen niet de zetel geworden van het in 1626
tot heerlijkheid verheven dorp. In de slag bij Baesweiler
vocht ook een Arnold van Vliek onder de drossaard
van Valkenburg. Het tegenwoordige landhuis is een ge
heel gemoderniseerd gebouw, dat alleen nog wat oud
muurwerk uit de 18e eeuw bezit. Er was toen ook een
kapel, want gedurende die gehele eeuw is toestemming
verleend om er de H. Mis op te dragen. De oorspronke
lijke (her?) bouwer is vermoedelijk M. C. de Lenarts,
die in 1724 burgemeester van Maastricht was. De bij
behorende hoeve ontbreekt ook hier niet, hoewel het
voorname uiterlijk van deze „maison de plaisance" dit
niet zou doen vermoeden.
Een aantrekkelijk kasteel is verder het riddermatige huis
Ter Vieren of Rivieren, gelegen aan de middeleeuwse
handelsweg Heerlen-Ten Esschen-KLIMMEN. Wegens
de daarin voorkomende steile hellingen had men op dit
traject de Romeinse heirweg verlaten. Het complex ver
toont een merkwaardige overeenkomst met dat van Gen-
hoes te Oud Valkenburg. De bergvrede is hier echter
rond in plaats van vierkant, terwijl later geen tweede
vleugel werd aangebouwd. Zeer opvallend is ook de
precies gelijke laat-gothische kroonlijst (driepasfriezen).
Ook hier een 18e eeuwse in- en uitwendige modernisatie,
zich vrnl. uitende in de vensters. Gezien de twee trapjes
gevels wordt Rivieren iets later gedateerd dan Genhoes
(le helft 16e eeuw). Het bakstenen hoevecomplex ver
toont eveneens dezelfde ligging, doch is hier aantrekke-
115