de achthoekige toren op het binnenpleintje stond. Dit
laatste is later overbouwd. De gevels zijn versierd met
mergelbanden en hoekblokken. Overigens helaas sterk
gemoderniseerd.
Verder in de richting MEERSSEN staat nog het pom
peuze doch stijlloze „kasteel" Vaesharteld. De oorspron
kelijke naam was Hartert. Het voorvoegsel is ontleend
aan Servaes van Mulcken, die het goed in 1381 te Val
kenburg verhief. In 1739 liet kolonel Stürler de grach
ten dichtgooien en de tegenwoordige voorgevel bouwen.
De noordvleugel werd vermoedelijk begin 19e eeuw op
getrokken door J. P. Nolens. Van 18411851 was
Vaesharteld jachtslot van onze Koninklijke familie.
Daarna werd het aangekocht door Petrus Regout, de
grondlegger der Maastrichtse aardewerkindustrie.
Een aardig kasteeltje is ook dat van Guesselt in het
naburige AMBY. Reeds vermeld in 1381 als groot leen
van Valkenburg, werd het in 1657 herbouwd. Door wie
is niet duidelijk, omdat er toen meer eigenaars waren;
vermoedelijk door Willem Schellart, kanunnik van St
Servaas te Maastricht. Hij schenkt tenminste in 1662
zijn „kasteel, hoeve en goederen van Guesselt" aan de
kinderen van zijn halfbroer. Vanaf 1678 is de familie
van Brienen enig eigenaresse.
Het kasteeltje is een eenvoudig rechthoekig door grach
ten omgeven gebouw met een toren in het midden van
de voorgevel. Twee latere vleugels en een hek omsluiten
een voorpleintje. Opvallend zijn het ovale venster in de
toren met van jaartal voorziene drukke gebeeldhouwde
omlijsting en het uurwerk. De tegenwoordige voorburcht
is 19e eeuws.
Te ST GEERTRUID, dat behoorde tot de heerlijkheid
Eysden, vinden we nog het 16e eeuwse „kasteel" Libeek,
een riddermatig huis, dat thans als pachterswoning in
gebruik is. In 1371 vocht Nicolaas van Libeek onder de
drossaard van Valkenburg in de slag bij Baesweiler. De
tegenwoordige bouw is vermoedelijk geschied door de
familie van Holzit gen. Oest (zie hfdst. X). Vooral de
driedelige kelder is interessant. De eerste en de derde
114