de kapel een verzamelplaats der bokkenrijders, waarvan
er ook op 't kasteel gevangen hebben gezeten.
Tenslotte is het het kasteel van AMSTENRADE ge
weest, dat in de loop der eeuwen een politiek centrum is
geworden ten koste van de heerlijkheid Heerlen. Daar
zetelde al minstens sedert 1350 het bekende geslacht
Huyn. Toen koning Philips II de schepenbank van
Oirsbeek, omvattende het dorp van die naam alsmede
Amstenrade, Bingelrade en Merkelbeek, en de bank van
Brunssum, welke ook jurisdictie had over Schinveld
en Jabeek, in 1557 tot heerlijkheden verhief, was het nl.
Werner Huyn van Amstenrade aan wie ze verpand wer
den. De definitieve verkoop had in 1609 plaats aan
Arnold Huyn van Amstenrade, waarna in 1654 de ver
heffing tot graafschap volgde. Aangezien toen tevens
toegevoegd werd het ook in 1557 tot heerlijkheid ver
heven Geleen met Spaubeek, dat destijds verpand was
aan Aert Huyn van Amstenrade, kreeg het graafschap
de naam „Amstenrade en Geleen".
Het toenmalige kasteel bestaat niet meer, doch het was
een zekere Nicolaas Willems uit Luik, die na aankoop
van het graafschap van prins Charles de Ligne in 1779,
het tegenwoordige pand deed verrijzen. In zijn testa
ment spreekt Willems van „op mijn paleis te Amsten
rade". Inderdaad zou het nieuwe kasteel veel op een
paleis hebben geleken, indien het ontwerp van de archi
tecten Soiron en Picard geheel was uitgevoerd. Het is
gebleven bij het hoofdgebouw met één vleugel en één
hoge toren. Resp. 3 en 5 verdiepingen hoog zijnde,
maakt het met natuursteen versierde bakstenen gebouw
toch reeds een massale indruk. De toren draagt een
klokvormig dak, bekroond met koepeltje en piron. Een
door H. Bijaart ontworpen modern bordes met trap geeft
toegang tot het hoofdgebouw, dat aan voor- en achter
gevel een risaliet vertoont (zie verder Gulpen, hoofd
stuk IX).
Het kasteel van SPAUBEEK, dat van 15571654 ge
diend heeft als zetel der heerlijkheid Geleen, heet
St Jans Geleen. Van het oorspronkelijke kasteel staat nog
110