waarbij M. de Lovinfosse tussen 1780 en 1801 ver schillende belangrijke schilderingen aanbracht. De evo lutie van burcht tot woonkasteel was voltooid. Het voorplein wordt omsloten door een lang midden gebouw met twee vleugels. De hoge zadeldaken met over stek, rustend op eiken schoren, geven hieraan een bij zonder cachet. Het middendeel is enkele jaren geleden ingestort en toen afgebroken. De „chronique militaire" vermeldt verder nog een plun dering door de soldaten van Robert van Aremberg in 1483, herhaalde bezetting in de oorlog van 1672 en de bestemming van kasteel Borgharen tot hoofdkwartier van de Franse maarschalk van Löwenthal tijdens het beleg van Maastricht in 1748. Een andere oude heerlijkheid welke eens het recht streekse bezit was van de heren van Valkenburg, was EIJSDEN. Dirk IV kreeg haar in 1334 van Jan III, hertog van Brabant en Limburg. Nadat ook in Valken burg het Brabantse huis aan de regering was gekomen, is Eijsden geregeld verpand. Zo werd op 8 Aug. 1626 Arnold de la Margelle met de heerlijkheid begunstigd, dezelfde, die in 1636 het tegenwoordige kasteel bouwde. Dit van voorname allure zijnde, uit twee vleugels be staande, renaissance gebouw, heeft hetzelfde grondplan als kasteel Genhoes te Oud Valkenburg. Ook hier een vierkante bergvrede, welke voor de gevels der beide vleugels uitspringt. De vrije einden van deze laatsten zijn door een tweede verdieping met vierkant puntdak tot torens verhoogd. Deze omstandigheid, alsmede de toe passing van baksteen met speklagen (banden van mer gel), hoekblokken en geblokte vensteromlijstingen van natuursteen, geven aan het geheel een levendig, zo niet druk aspect. De stenen brug van twee bogen, waarvan de tweede kennelijk een valbrug vervangt, leidt naar de inrijpoort, welke zich hier bevindt onder een der beide paviljoens. Boven de elliptische boog van die poort treft men het alliantiewapen de la Margelle-van Bocholtz aan, alsmede een opschrift met bouwjaar. Dwars over de kasteelhof 100

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 116