Akense bouwmeester Couven en zijn thans eveneens als
pachthoeve in gebruik. De schilderachtige stallen en
schuren in mergel en vakwerk ten W. van het stift zijn
pas in 1834 gebouwd.
Lang heeft het nieuwgebouwde stift zijn bestemming niet
meer kunnen volgen, want het verdrag van Fontaine-
bleau bracht het alsnog onder de souvereiniteit der
Staten. De religieuzen hebben toen hun intrek genomen
in het verlaten Karthuizer klooster in het destijds ook
Oostenrijkse Roermond.
Toen het concordaat van Napoleon met de paus in 1801
geen vooruitzicht bood op herstel van het stift, zochten
de kloostervrouwen een familie, aan wie zij de inbeslag-
genomen, doch teruggekochte, goederen tegen een lijf
rente af konden staan. Zo kwamen zij in particuliere
handen. De kerk werd daarop in 1808 aan de gemeente
geschonken en is thans parochiekerk.
Nog steeds geeft het complex, zowel door de fraaie stijl
der gebouwen, als door de ligging, een heel bijzondere
sfeer aan het gezochte Geuldaldorp Houthem.
Tenslotte nog iets over de thans Belgische abdij van
GODSDAL, welke evenals Daelhem aan de Berwinne
gelegen is. Zij werd in 1216 gesticht op een in laatst
bedoeld graafschap gelegen allodium van Hendrik III,
hertog van Limburg, die dit tot dit doel afstond. In
hetzelfde jaar schonk ook Lotharius, graaf van Hoch-
stade en Daelhem, tot ditzelfde doel 12 bunder land
nabij St Jean-Sart. Het is opvallend, dat Hendrik's zoon
Walram daarna (1226) nog in Rolduc hegraven werd,
doch mogelijk was de bouw toen nog niet voldoende
gevorderd.
Godsdal, dat een dochterklooster was van de Cisterciën-
serabdij van St Agatha te Hocht, heeft ook een wissel
vallige geschiedenis gehad. Evenals Rolduc en St. Ger-
lach werd Godsdal in 1574 verwoest en moest na de
vrede van Munster hard om haar voortbestaan worden
gevochten. Doch bij de verdeling van de drie landen van
Overmaze bleef ook Godsdal Spaans.
Na de Franse overheersing werd het klooster pas in
90